woensdag 13 december 2017

Waarom moeten we blij zijn als de wolf komt?

Dit jaar zijn er verschillende wolven in oost Nederland gesignaleerd. Allemaal waren ze afkomstig van roedels die in Duitsland leven. Er heerst dus territoriumdruk en steeds vaker zullen er dieren terrein in Nederland verkennen. Alleen als ze rust, voldoende dekking en genoeg eten vinden zullen ze blijven en nieuwe roedels vormen. Misschien is dat al gebeurt, maar weten we dat nog niet. Wolven zijn erg schuw. Ze houden afstand van mensen.
Foto: Pixabay

Hoe welkom is de wolf in ons druk bezette landje? Nou, er zijn voor- en tegenstanders. Een beetje plat gezegd, denk ik dat de tegenstanders nog teveel in sprookjes over boze wolven geloven. Natuurminnende Nederland is over het algemeen voorstander. Eén van hen is IVN-voorzitter Kees de Ruiter: een wolvenexpert. In het IVN blad MENS & NATUUR van november schrijft hij wat de wolf in onze natuur aan goed dingen zal brengen.

Een wolf eet om de twee tot drie weken een stuk groot wild, denk aan een ree, een edelhert of een everzwijn.  Wolven verraden hun aanwezigheid door hun geur en dat betekent dat deze grote grazers zich uit voorzorg terugtrekken in beschut gebied. Ze verlaten het (half) open terrein, waar ze op den duur veel schade aan de biodiversiteit en landhouw toebrengen. Voortaan grazen ze in gebieden waar dit eerder niet gebeurde. Er vindt een betere spreiding plaats. En zelfs de uitbreiding van bevers kan door wolven beheerst worden.


Je ziet dat de natuur door een groot roofdier weer in balans komt.

Hierdoor zal de vegetatie veranderen en dat geeft ruimte aan insecten en zangvogels. Die op hun beurt trekken weer roofvogels. Je ziet dat de natuur door een groot roofdier weer in balans komt. Een soortgelijke ontwikkeling zagen we 10-20 jaar geleden in het Yellowstone park. Door de herintroductie van wolven kreeg de biodiversiteit een boost. Incidenten met huisdieren en mensen waren er niet of nauwelijks.
Het traject dat wolvin Naya aflegde vanuit Duitsland naar de Belgische Kempen.

Moeten de boeren bang zijn voor hun koeien, paarden en schapen? Nou, een schaap is een gemakkelijke prooi. Maar wolven jagen bij voorkeur 's nachts. Het is niet moeilijk om te zorgen dat de wolven 's nachts geen (onbewaakte) boerderijdieren vinden. Even opletten en gepaste maatregelen treffen. Boeren hebben er zelfs voordeel bij, want de prooidieren van de wolf zijn dezelfde die vaak overlast veroorzaken in agrarische gebieden. Door de spreiding en migratie van bijvoorbeeld everzwijnen daalt de infectiedruk van varkensziekten en dat moet toch goed nieuws zijn in die sector.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

donderdag 23 november 2017

Waar zijn de stikstofoxide hotspots?

De satelliet Envisat controleert het aardoppervlak op vormen van luchtvervuiling. De grote steden vallen direct op. Een internationaal team van wetenschappers heeft over een periode van enkele jaren data over stikstofoxiden verwerkt tot onderstaande kaart.

Ik en de meeste lezers van deze BLOG wonen in dat deel rechtsboven en als ik ernaar kijk krijg ik het acuut benauwd. OK, niet overdrijven. Maar gezond zijn die donkere vlekken niet.

Wanneer dringt het tot de politieke beslissers door, dat dit zo niet door kan gaan? Of luistert men liever naar (grote) ondernemingen die hun bedrijfsvoering boven het belang (de gezondheid) van de Europese burger stellen? Overigens zou ik ook niet graag in Noord-Italië willen wonen.....

Lees hier het hele verhaal.

Update 2018:


Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

























zaterdag 28 oktober 2017

Boeren willen niet zonder glyfosaat

De EU gaat de vergunning voor glyfosaat nog eens met 5 jaar verlengen. Er was 10 jaar aangevraagd, maar omdat in het EP gerede twijfel bestaat over de veiligheid van glyfosaat is die periode nu op 5 jaar gesteld.  Glyfosaat is mogelijk kankerverwekkend. Maar de boeren krijgen dan toch hun zin. Zij willen niet zonder glyfosaat.

Lees die laatste zin nog eens. 
Uitgerekend de producenten van ons voedsel geven niets om de gezondheid van hun consumenten en houden vast aan verdachte middelen. Hoe is het mogelijk dat onze vertegenwoordigers in de politiek zich zo door de boeren en de chemische industrie laten manipuleren? Blijkbaar is winstmaximalisatie voor een kleine groep belangrijker dan de gezondheid van miljarden inwoners van Europa en uit Europa importerende landen. Ironisch genoeg betekent dit, dat consumenten ervoor betalen om hun leefomgeving te vergiftigen. Is er een kopersstaking voor nodig om dit te stoppen?
Enfin, er bestaat twijfel. Het is een begin.
In dit artikel staat alles nog eens op een rij: open.

Alternatieven
Zijn er dan alternatieven voor glyfosaat? Die zijn er. Denk aan pelargonzuur. Maar dan moet het agrarisch productiesysteem drastisch worden aangepast.
Bij Wageningen Universiteit zijn ze daar er ver mee. En wat het frappante is: de methoden die worden onderzocht werden vele eeuwen lang door onze voorouders toegepast. Nu met moderne wetenschappelijke kennis verbeterd.

Dus ja, de boeren kunnen zonder glyfosaat. Als ze het echt willen. Alleen, de chemische industrie verliest dan een lucratieve melkkoe. Is dat ook een economische aderlating? Niet echt. Voor de productie en logistiek zijn niet meer zoveel mensen nodig. En voor de verkoop al helemaal niet: het product verkoopt zichzelf. Alleen de aandeelhouders zullen even moeten slikken. Heel even maar, want die chemische ondernemingen zijn flexibel genoeg om snel weer aandeelhoudersprofijt te genereren. En anders zijn investeerders flexibel genoeg om nieuwe lucratieve markten te zoeken. Maar dan liefst op een duurzame manier. Al ze tenminste hun lesje geleerd hebben.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

zondag 22 oktober 2017

Apotheek "In het bos"

De nieuwsgierigheid en het onophoudelijk onderzoeken van de natuur zorgt doorlopend voor nieuwe inzichten en kennis. We zien dat terug in begrippen als "voortschrijdend inzicht"  en "de kennis van nu". Zo komen we ook steeds meer te weten over de heilzame werking van de natuur en een wandeling door het bos. Ook het inzicht, al vanuit de jaren '80, dat mensen na een zware operatie sneller beter worden en minder medicatie nodig hebben, als ze zicht hebben op groen, past in dit beeld. Hierop voortbordurend loopt in Nederland tot 2019 een onderzoek naar "Groene gezonde ziekenhuizen".  Steeds meer ontdekken we dat veel van onze moderne uitdagingen wel met technologie te lijf gegaan worden, maar dat de natuur dat in veel gevallen beter en in alle gevallen goedkoper kan.

Het bos
We kunnen het bos beschouwen als hoofdleverancier van ecosysteemdiensten. In zakentaal zou je het de "preferred supplier" kunnen noemen. Bossen zorgen voor een rem op extreme weersystemen, ze zorgen voor een betere verdeling van temperaturen, luchtvochtigheid en wolken. Bossen zorgen ook voor een vertraagde afvoer van regenwater en verkleinen zo de kans op wateroverlast. Hellingbossen houden de bodem vast en voorkomen zo erosie en de kans op aardverschuivingen. Bossen vormen het grootste ecosysteem voor biodiversiteit. Waar bossen verdwijnen ontstaan al snel woestijnen. Zandwoestijnen of betonwoestijnen.
Het groen haalt CO2 uit de lucht en transformeert dat in suikers en zuurstof. Hoewel planten zelf ook zuurstof nodig hebben voor hun stofwisseling, zorgt het massale groen van bossen voor een overschot dat bijdraagt aan het zuurstofgehalte op aarde. Overigens zijn (kiezel)algen in de oceanen de hoofdleveranciers van zuurstof wereldwijd. Vooral de bomen in de bossen kunnen met hun verticale structuur veel ongewenste gassen en fijnstof uit de lucht filteren. Voor dit laatste zijn open structuren beter dan groene muren van gesloten bladerdekken die windstromen afbuigen. Naaldbomen zijn daarin beter dan loofbomen.

Waarom gezond?
Hierboven staan veel indrukwekkende prestaties van bossen. Maar waarom is een wandeling door een bos dan zo heilzaam? Dat heeft een aantal oorzaken, die wetenschappers steeds beter begrijpen.
Bekend effect van groen, en dus ook van bossen, is dat het stress reducerend werkt. De soort mens kent zijn oorsprong in de bossen en evolueerde tot de moderne mens nadat we ons over de bodem gingen voortbewegen. Min of meer gedwongen door klimaatveranderingen. Toch bleven de bomen voor de mens nog lang een veilige plek om zich aan gevaren te onttrekken. Bomen in onze nabijheid geven ons nog steeds een basaal gevoel van gemoedsrust. Met gevolg dat na een boswandeling ons hart rustiger en gelijkmatiger slaat.
Omdat we in bossen meer met de omgeving bezig zijn, dan met onszelf en onze sores komt er ook rust in onze hersenen. Zo'n beetje als na mediteren of mindfulness.

Tegelijk verrijken de diverse plantensoorten de lucht in een bos met een cocktail aan geurstoffen. Of beter, feromonen. Veel van die geurstoffen kunnen wij niet waarnemen. Maar ze hebben wel effect op ons stofwisselingssysteem. We kennen de effecten van geuren maar al te goed. Geuren hebben een directe toegang tot onze hersenen. Zo worden we rustig en slapen beter door de geur van lavendel, om maar een bekend voorbeeld te noemen. Maar wetenschappers hebben ook ontdekt dat veel feromonen ook een direct effect hebben op ons afweersysteem. Dat is met name in naaldbossen het geval, waar de bomen terpentenen verspreiden.


Je bent na een boswandeling aantoonbaar gezonder
dan vóór de wandeling.

Al die geurstoffen hebben voor de planten een belangrijke functie in de onderlinge communicatie over gevaren en bedreigingen. Planten 'weten' precies welke plaaggeesten aan hun blaadjes knabbelen en geven dat met een op methyl gebaseerd feromoon door. Ook via de wortels en schimmeldraden gaat de boodschap rond in het bos. Gewaarschuwde planten maken binnen enkele uren voldoende afweerstoffen aan om plaaggeesten te weren. Doordat roofinsecten die geurtaal ook verstaan, weten ze waar hun tafel gedekt is en schieten de bomen te hulp.

Bacteriën 
In een natuurlijk ecosysteem als een bos spelen talrijke bacteriën een belangrijke rol. Dat zijn natuurlijk ook veel 'goede' bacteriën, die het leven van planten en dieren ondersteunen. Daarnaast zijn er veel schadelijke bacteriën, die door de 'goede' bacteriën en fagen in bedwang worden gehouden. Zolang dat evenwicht bestaat, is het bos gezond. Tegelijk dringen al die microben tijdens een boswandeling ook in ons lichaam door en versterken daarmee ons afweersysteem.
Kortom, je bent na een boswandeling aantoonbaar gezonder dan vóór de wandeling. Dat is niet zozeer de helende werking, maar eerder het negatieve effect van een leven zonder bos.

Wie iets voor zijn geestelijke en fysieke gezondheid wil doen, kan met enige regelmaat een boswandeling maken. Het is niet alleen gezond, maar ook avontuurlijk. Je ontdekt telkens iets nieuws. Een boswandeling verveelt dus nooit.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

donderdag 21 september 2017

Meer extreem weer

In deze BLOG is het thema wateroverlast al eens behandeld, maar de recente ontwikkelingen motiveren me om het nog maar eens aan te kaarten. Zo urgent als op het Amerikaanse continent is de kwestie in ons land gelukkig niet. Dat neemt niet weg dat extreme zomerhitte en pieken in de neerslag ook in onze regio steeds vaker voorkomen. Daarmee worden ook wij getroffen met overlast en schade (gemakshalve voeg ik de hogere zorgkosten en menselijk leed bij hittestress ook onder  'schade').  Er zijn geen middelen om zulke extreemen te vermijden, maar we kunnen er wel de scherpe kantjes van afhalen.
foto: Pixabay

Laten we ons in dit artikel beperken tot wateroverlast door pieken in de neerslag. Dit komt vooral in de zomers voor. Zowel de steden als het buitengebied ondervinden overlast. In die twee gebieden zijn de oorzaken verschillend, maar liggen deels ook in elkaars verlengde. De grote gemene deler in dit verhaal is, dat het hemelwater niet de kans krijgt om lokaal in de bodem te zakken. De gehele infrastructuur is erop gericht om regenwater snel af te voeren. Met de kennis van nu, is dat een foute handelwijze.

Een kuub per 25 m2
De rioleringen zijn berekend op ongeveer 20 mm neerslag. Maar tegenwoordig valt bij pieken al snel 40 mm. Dan is het niet zo vreemd, dat op de lagere delen in de stad de putdeksels omhoog komen en de straten overstromen. Bij zo'n neerslagpiek van 40 mm valt er gemiddeld 1 kubieke meter regenwater op iedere 25 vierkante meter. Dat zijn hoeveelheden die de riolen van onze steden niet aankunnen. Uitbreiden naar hogere afvoercapaciteiten is duur en gaat tientallen jaren duren. Zulke investeringen jagen ons burgers ook nog eens op veel hogere kosten. Daar willen de gemeenten en waterschappen niet aan, zeker niet omdat de natuur het gratis voor ons kan oplossen. Maar dan moeten we wel willen veranderen. Bijvoorbeeld door het verharde oppervlak drastisch te verminderen en meer groen al dat water te laten 'opzuigen'.

Met één klap kunnen we overlast voorkomen en besparen op kosten, terwijl we onze omgeving groener en aangenamer maken.

Laat dat water ter plekke in de bodem infiltreren. Verwijder zoveel mogelijk verharding in de tuinen en de openbare ruimte. Dat betekent dat zowel wij burgers als de lokale overheden maatregelen moeten treffen.

Koppel de afvoerpijp van de dakgoot af. Laat het water de tuinen in stromen, of vang het op in een regenton. Ook ondergronds opslaan in bekkens van speciale kisten of grind is een mogelijkheid. Zorg voor onbedekte grond rondom het huis, waar water direct in de grond kan zakken. Zet er planten, struiken en bomen neer. Dat groen neemt veel water op. Vooral bomen houden veel water vast in de kroon, de takken en de stam (door oppervlaktespanning) en er wordt een groot deel verdampt. Hoe groter (ouder) de bomen zijn, hoe groter hun vermogen om water vast te houden. Eerlijk, de zwaartekracht overwint uiteindelijk, maar het water komt met een flinke vertraging naar de grond.  Vervolgens nemen de wortels het op en verdampt het water via de bladeren. Dat is al een flinke winst, die de scherpe kantjes van wateroverlast af haalt.

Wanneer paden en opritten worden voorzien van klinkers of grind zal ook daar het water gemakkelijker in de grond zakken. Grofweg kun je stellen, dat bij beklinkerde oppervlakken ongeveer 30% infiltreert, de rest vloeit naar het laagste punt.

Wadi's
De gemeenten leggen op strategische plekken in de steden wadi's aan. Ook die kunnen groen ingericht worden. Er zijn boomsoorten die de wisselende waterstanden tolereren, bijvoorbeeld essen en wilgen. Als zo'n wadi droog staat en onderdeel is van een (klein) park, levert dat ook nog eens extra maatschappelijke voordelen op. Over de ecosysteemdiensten van zulk groen lees je elders in deze BLOG meer. Lees ook deze publicatie van WageningenUniversiteit:  https://www.wur.nl/nl/show-longread/Zeven-redenen-om-te-investeren-in-een-groene-stad.htm 

Groene daken
Wie een gebouw met plat dak bezit kan ervoor kiezen dit te beplanten. Ook hiermee komt het water met (aanzienlijke) vertraging op de bodem terecht. Bovendien geven gemeenten voor groene daken subsidie. Groene daken isoleren ook prima, zodat het in de zomers binnen aangenaam koel blijft en in de wintermaanden de kou buiten. Zo is er met groene daken dus ook op de energierekening te sparen.
Tijdens periodes van extreme droogte moeten groene daken wel nat gehouden worden, want als de planten verbranden in de zon verliezen ze hun functie. Bovendien hebben groene daken een langere levensduur dan traditionele daken.

Als de lokale overheden en de particulieren zulke eenvoudige maatregelen nemen is er niet alleen veel geld te besparen, maar ook milieuwinst te behalen. We maken onze omgeving groener en daarmee aangenamer. Twee vliegen in één klap. Wie wil dan nou niet?

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

dinsdag 22 augustus 2017

Is het al herfst bij paardenkastanjes?

Niet alleen de boomliefhebbers in Weert, maar ook de burgers elders in Europa storen zich aan het voorkomen van de paardenkastanjes in hun stad. Al eind juli werden de bladeren bruin en begonnen te vallen alsof het herfst was. Oorzaak van dit probleem is de kastanjemineermot (Cameraria
Kastanjemineermot
(foto: www.pksboomverzorging.nl)
orchidella), een kleine nachtvlinder die oorspronkelijk uit Azië komt. Deze vlinder legt eitjes op het blad van de (witte) paardenkastanje, de variant met rode bloemen is minder in trek.  De larven vreten zich een weg in het midden van het blad, waardoor lichtgekleurde gangen (mijnen) ontstaan. Daarbij worden ook vitale delen van het blad beschadigd, waardoor het blad zijn functie verliest en door de boom wordt afgestoten. Resultaat, in juli – augustus al bruine bladeren op de grond rondom de bomen.

Een schrale troost, dit overkomt zowat alle paardenkastanjes in Europa. Het is dus een probleem van gigantische omvang. De mot is daarom moeilijk, zeg gerust onmogelijk te bestrijden.

Voor de bomen is het wel degelijk een probleem van levensbelang. Een vitale boom kan zo’n aantasting wel overleven. Maar als dat een aantal jaren achter elkaar gebeurt zal de vitaliteit van de bomen afnemen. Ze worden daardoor vatbaarder voor ziekten, die door bacteriën en schimmels worden veroorzaakt. Een beruchte aandoening van paardenkastanjes zoals de kastanjebloedingsziekte, krijgt dan bij verzwakte bomen meer kans om toe te slaan, omdat minder vitale bomen aanvallen van bacteriën en schimmels niet goed kunnen afweren en inkapselen. Daarbij moet wel aangemerkt worden dat ook vitale bomen ziek kunnen worden, als de infectiedruk hoog genoeg is. Bij vitale bomen ligt de lat dus hoger.

Blad ruimen

De larven van de kastanjemineermot overwinteren in het blad, dat inmiddels is afgevallen. In het voorjaar ontpoppen ze en zoeken de motten een boom op, een paardenkastanje dus. Niet zelden de boom waar hun leven als eitje begon. En ze komen met duizenden, tienduizenden tegelijk.

Wat kun je hieraan doen? Om te beginnen is het belangrijk om de afgevallen bladeren vóór het einde van de winter op te ruimen en te vernietigen. Verbranden is zeer effectief, maar begraven is milieuvriendelijker. Helaas is dit niet genoeg, want je kunt onmogelijk alle bladeren opruimen. Zodoende zullen er altijd motten overleven, die dan opnieuw voor nageslacht zorgen. Maar blad ruimen vermindert hun aantal significant en daarmee ook de infectiedruk. Dat is goed nieuws voor de vitaliteit van de bomen. Alleen is het probleem dan nog niet goed genoeg verholpen, er worden tegen het einde van de zomer toch weer bomen vroegtijdig bruin.

Spuiten

Effectieve chemische bestrijdingsmiddelen zijn inmiddels niet meer toegelaten. Er zijn nog wel middelen te koop, maar die hebben niet zo’n geweldig effect. Dit is mede een reden geweest om het spuiten van paardenkastanjes te beperken tot enkele bomen in de binnenstad. Bezuiniging heeft hierbij ook meegespeeld.

Een Nederlands bedrijf dat in boomverzorging gespecialiseerd is heeft in 2016 een uitvoerig onderzoek verricht naar alternatieve bestrijdingsmiddelen. De verrassende uitkomst was, dat lavendelolie zeer effectief is. Daarnaast zijn er ook andere methodes beschikbaar, zoals het plaatsen van feromoonvallen en lijmbanden. Daarmee moet men al in april beginnen. Half mei kunnen de lijmbanden verwijderd worden, om te voorkomen dat er teveel ‘bijvangst’ is. De feromoonvallen moeten in juni worden vervangen, om de tweede generatie motten te vangen.


Van oktober tot medio december moet alles opgeruimd en schoongemaakt worden. Ook is het goed om de bladeren op te ruimen. We zullen er nooit meer vanaf komen, maar het kan helpen de vitaliteit van de paardenkastanjes te waarborgen. De bomen moeten natuurlijk wel in goede aarde staan, zodat ze een gezond wortelstelsel kunnen ontwikkelen. 

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

dinsdag 15 augustus 2017

Wat is die boom waard?

De waarde van een boom kun je vanuit verschillende inzichten bepalen. Zo is in Nederland heel lang de methode Raad in gebruik geweest - eigenlijk is die methode in aangepaste vorm nog steeds in gebruik bij Nederlandse boomverzorgers en gemeenten. Deze methode benadert de boomwaarde op een boekhoudkundige wijze, waardoor een boom die volwassen begint te worden (vanaf ongeveer 80 jaar) op papier geen waarde meer heeft - hij is afgeschreven zonder restwaarde. In België hanteert men de VVOG methode (W=B*S*ST*C*P). Deze methode is bij wet geregeld en is voor de rechtspraak het uitgangspunt voor waardebepaling van bomen.
Je kunt ook kijken naar de ecosysteemdiensten van bomen ( vorig Artikel). Dan komen er heel andere cijfers uit de bus. En dan is er nog een andere benadering, maar daarover straks meer.
Rode beuk bij Walburg Weert
De Limburger

Nemen we als voorbeeld de rode beuk op de foto hiernaast. Hij staat op de parkeerplaats van de Walburg, eigendom van Mertens Bouwbedrijf in Weert. Deze beuk is monumentaal (ouder dan 80 jaar en geldt tevens als gedenkboom). Wat is die nu waard?
Deze beuk heeft een stamomtrek van ongeveer 310 cm, een hoogte van ongeveer 18 meter en een kroonprojectie diameter van zo'n 16 meter. De waardebepaling met Raad laat is hier achterwege, want dan is de boom boekhoudkundig afgeschreven. We bereken de vervangingswaarde met de VVOG methode: € 83.093,- Een fors bedrag. Mocht iemand deze boom onherstelbaar beschadigen, dan draagt hij een zware last met betrekking tot aansprakelijkheid.

3 miljoen
Binnen 50 meter van deze boom werken ongeveer 25 mensen. Bekend is, dat de aanwezigheid van (dominant) groen leidt tot 15% hogere arbeidsproductiviteit. Ook tot lager verzuim. Verder wonen er binnen 50 meter ongeveer 30 mensen. Dit samen zorgt voor ecosysteemdiensten over een periode van 30 jaar van € 3,2 miljoen. Dit zijn vooral gerealiseerde besparingen op het gebied van gezondheidszorg, verzuim, waterberging, energie en WMO. Dit zijn dus maatschappelijke baten met verschillende baathouders.

Drie generaties
En dan nu het beloofde alternatief. Deze boom zal ongeveer 600.000 bladeren hebben. Dat is zo'n 1.200 m2 bladoppervlak. Als deze boom 2500 kilo weegt heeft hij in zijn leven liefst 12 miljoen m3 lucht van CO2 gefilterd. Per uur, op een zonnige dag, maakt deze boom van ruim 2 kilo koolzuur en bijna een liter water zo'n anderhalve kilo suiker (glucose). Als afvalproduct scheidt hij dan ruim anderhalve kilo zuurstof uit. Daarbij verbruikt hij zo'n 5000 calorieën aan zonlicht. Bovendien daalt de temperatuur in zijn directe omgeving, door schaduw en verdamping, met ongeveer 6 graden.

Hoe ouder een boom, hoe hoger zijn waarde.

Als deze boom gekapt zou worden, geldt sowieso een herplantplicht. Maar wat herplant je dan?
Om zijn ecosysteemdiensten te compenseren moet je kijken naar de omvang/inhoud van de kroon. Voor deze boom zou dan gelden dat je 2500 jonge bomen met een kroon van 1 kubieke meter moet herplanten. Aangenomen dat het planten van zo'n boompje all-in € 200 kost, dan kost een herplant in volle omvang € 500.000. Onbetaalbaar. Onuitvoerbaar. Wie betaalt dat? Waar moet je binnen de gemeente zoveel bomen planten? Dat is een heel bos of een laan van ruim 20 kilometer.

Hoe ouder een boom, hoe hoger zijn waarde. Dat is dus alle reden om zo'n oude boom tot elke prijs te behouden. Het duurt namelijk 3 (mensen)generaties voordat één boom dezelfde prestaties levert.
Overigens is deze redenering gebaseerd op het boek Het Groene Goud (blz. 60). Dit boek kan ik iedereen aanbevelen.
En mocht een boom onverhoopt aan het einde van zijn leven komen en geveld worden, dan is het goed om het hout als 'lokaal hout' nuttig te gebruiken voor gebruiks- of kunstvoorwerpen. In diverse steden zijn daarvoor stichtingen en bedrijven actief. In Weert is dat WEERTERLANDHOUT.

#TreeTag
Medio 2020 werd in meerdere steden in Europa begonnen met het aanbrengen van TreeTags. Dit is een waterdicht verpakt document met cijfers en pictogrammen om de waarde van bomen aan te tonen. Bijvoorbeeld hoeveel zuurstof deze boom produceert, hoeveel water hij verbruikt, hoeveel CO2 hij opslaat en hoeveel koeling hij verschaft. 
Deze tags worden aangebracht op monumentale bomen die op plaatsen staan waar veel mensen komen. Zo wordt de boodschap wijd verspreid.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

vrijdag 28 juli 2017

Waarom meer regen de zee vervuilt

Op het noordelijk halfrond zal steeds meer neerslag vallen. Dat is het gevolg van de opwarming van het klimaat. Dit heeft gevolgen voor de natuur in Europa en Noord-Amerika. Met die regen komt ook veel stikstof naar beneden. Stikstof is een belangrijk  onderdeel (80%) van de lucht, die wij inademen. Bij regen wordt een deel van die stikstof in het water gebonden en komt op de bodem terecht. Bodembacteriën zetten dat om in voeding voor planten. Het is dus een natuurlijke meststof. Maar bij de toenemende hoeveelheden neerslag vloeit steeds meer vervuild water naar de rivieren en de oceanen. Die verzuren zodanig dat dit tot problemen gaat leiden. Een explosieve algengroei is daar één van.
Foto: Pixabay

Dat de oceanen door water vanaf het land worden vervuild met stikstofverbindingen (o.a. ammoniak)  is al tientallen jaren bekend. Deze eutrofiëring van het zeewater is daarmee een aandachtspunt van veel wetenschappers. Zij schatten dat tot 2100 de verzuring met 20% zal toenemen. Dat bedreigt de biodiversiteit in de oceanen en dat heeft gevolgen voor de ecosysteemdiensten van de oceanen: denk bijvoorbeeld aan de visserij en de klimaatregeling via het zeewater.

De wetenschappers dringen daarom aan op het strenger toezien op het gebruik van meststoffen in de landbouw. Vermesting verzuurt niet alleen de akkers en natuurgebieden, maar ook de rivieren en oceanen.
Ook is het goed om te zorgen dat regenwater langer aan land blijft en niet snel via rivieren wegspoelt. Daarmee voorkom je niet alleen overstromingen, maar dit voorkomt ook dat de wereldzeeën verzuren. Als daarnaast méér boeren biologische teelt toepassen, waarbij vooral het bodemleven voor gezonde gewassen moet zorgen, kan een catastrofe in de oceanen nog worden afgewend.

Warmte, water en een gezond bodemleven zorgen voor een overvloedige plantengroei en daar kan de landbouw van profiteren. Werk met de natuur, niet ertegen. Op termijn heeft dat alleen maar voordelen.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

vrijdag 30 juni 2017

Hoe beoordeel je eco-systeemdiensten?

Dankzij de biodiversiteit kan de natuur ons alles leveren wat nodig is om als soort te overleven. Voorwaarde is is, dat de natuur in evenwicht is. Dan levert dat samenspel van biodiversiteit gratis wat we nodig hebben. Verstoren we dat evenwicht dan rijzen de kosten om te overleven de pan uit. Daar profiteert alleen de industrie van en als burger/consument trek je aan het kortste eind.
Biodiversiteit is meer dan een verscheidenheid van soorten binnen een bepaald ecosysteem. Het gaat om de samenhang van die soorten. Als dat in evenwicht is levert dat ecosysteem ons diensten: de ecosysteemdiensten. Je kunt het ook de maatschappelijke baten noemen.
Schema ecosysteemdiensten: www.biodiversiteit.nl

Ecosystemen leveren diensten die onmisbaar zijn voor een gezond en evenwichtig bestaan van alle levende wezens, dus ook van mensen. Het verlies van soorten brengt het ecosysteem uit haar evenwicht. Een onstabiel ecosysteem bedreigt het voortbestaan van soorten, die deel uitmaken van het ecosysteem, of die ervan afhankelijk zijn. En de mens is ook een van die soorten die deel uitmaken van het ecosysteem.

Wat biedt ons het ecosysteem?
De ecosysteemdiensten bestaan uit een breed scala van onderwerpen.
Denk aan:

  • Drinkwatervoorziening
    Het grootste deel van het water op Aarde is zout. Via de waterkringloop verkrijgen we zoet water dat we voor allerlei doeleinden gebruiken. De natuur zorgt voor verdeling en helpt bij de filtering van het water. Helaas is zoet water niet over de gehele Aarde gelijk verdeeld en dat kan wel eens tot lokale conflicten leiden.
  • Waterberging of buffer
    Regenwater komt soms op momenten dat we het niet allemaal nodig hebben. Bodem structuren, rivieren, meren en vegetatie  bufferen het water, zodat het niet meteen naar de zouten oceanen terugvloeit.
  • Koelte in de stad
    Planten en vooral bomen zorgen door schaduw en verdamping voor koelte in stedelijke gebieden en verlagen zo de kans op hittestress in de steeds vaker voorkomende periodes van extreme warmte.
  • Stoffilter
    Planten en vooral bomen kunnen met hun structuren (bladeren en takken) fijnstof filteren. Mits de juiste soorten op de juiste plekken worden ingezet.
  • CO2 opslag
    Via fotosynthese kunnen groene planten koolstof vastleggen.
  • Zuurstof
    Een bijproduct van fotosynthese is zuurstof. Zonder zuurstof is het leven zoals wij dat kennen niet mogelijk.

               De biodiversiteit is ons natuurlijk kapitaal.
  • Grondstoffen
    Planten en dieren leveren grondstoffen die wij mensen gebruiken om producten te maken die het leven aangenaam maken. Zelfs medicijnen worden vaak zo gemaakt.
  • Voedsel
    Planten en dieren vormen tevens een bron van voedsel. Dat kan niet tot stand komen zonder medewerking van organismen, zoals insecten, bacteriën en schimmels. Die zorgen voor bestuiving, voor voeding uit de bodem, voor fermentatie, etc.
  • Genetisch materiaal
    Een rijke biodiversiteit is een bron voor genen om die diversiteit in stand te houden. 
  • Cultuur
    Groen in de omgeving en de grondstoffen die de natuur levert, dienen vaak als ankerpunt voor onze identiteit en worden gebruikt om daar uiting aan te geven.
  • Beheersing van plagen en ziekten
    De natuur is heel goed in staat om plagen te beheersen, mits de biodiversiteit in evenwicht is. Er zijn dan geen, of nauwelijks, chemische middelen nodig.
  • Energie
    Duurzaam geoogst groen en zogenaamde reststromen leveren 'biobrandstoffen'. Van zonlicht, wind en bewegend water kunnen we duurzaam hernieuwbare elektriciteit maken. 
Duurzaamheid
Het bijzondere van ecosystemen is dat zij meerdere diensten tegelijk leveren. Denk aan een bos, dat windstromen afremt, koolstof opneemt, de lucht filtert, zuurstof produceert en hout als bouwstof levert. Dit nog los van planten in het bos die als voedsel of medicijn gebruikt kunnen worden.  Dit blijft duurzaam beschikbaar, mits we geen verstorende ingrepen plegen. En dat gratis, of tegen zeer lage kosten.
Groene ecosystemen kunnen ook helpen het water in steden te beheersen, zodat bij pieken van neerslag niet direct de zaak overstroomt. Mits goed uitgevoerd zijn deze structuren over langere termijnen en tegen zeer lage kosten inzetbaar. De komende jaren wordt deze ecosysteemdienst steeds belangrijker

Soms verandert er iets in een ecosysteem en bereikt die verandering een kantelpunt. Dan ontstaat een ketenreactie van gevolgen, die niet meer terug te draaien zijn. Bijvoorbeeld in een koraalrif sterven massaal zee-egels als gevolg van een ziekte. Daardoor raakt het koraal overgroeid met algen en ook het koraal sterf af. Zo verdwijnt een belangrijk leefgebied voor talrijke vissoorten, ook soorten die voor de visserij belangrijk zijn. En het gebied is minder aantrekkelijk voor toeristen. Zo'n ineenstorting van een ecosysteem heeft dus niet alleen grote gevolgen voor de natuur, maar ook voor de economie. De biodiversiteit is ons natuurlijk kapitaal.

#TreeTag
Medio 2020 werd in meerdere steden in Europa begonnen met het aanbrengen van TreeTags. Dit is een waterdicht verpakt document met cijfers en pictogrammen om de waarde van bomen aan te tonen. Bijvoorbeeld hoeveel zuurstof deze boom produceert, hoeveel water hij verbruikt, hoeveel CO2 hij opslaat en hoeveel koeling hij verschaft. 
Deze tags worden aangebracht op monumentale bomen die op plaatsen staan waar veel mensen komen. Zo wordt de boodschap wijd verspreid.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

maandag 19 juni 2017

Tegen de natuur ingaan verlies je altijd

Wat gebeurt er als de biodiversiteit onder druk komt, bijvoorbeeld door toedoen van de mens? Dat is niet zo denkbeeldig, er zijn legio voorbeelden, waar het winststreven op de korte termijn grote schade aan de natuur heeft toegebracht. Zelfs het uitsterven van soorten, wat eigenlijk een natuurlijk proces is, wordt door mensen op ongewenste wijze beïnvloed.
Doorkijkje in de Keukenhof

 Natuur en haar biodiversiteit is niet alleen mooi om naar te kijken. Biodiversiteit is ook niet alleen van levensbelang. Als je er goed mee omgaat, kan het zelfs economisch voordeel opleveren. Vaak hebben wij mensen daar het geduld niet voor en dan worden we met de gevolgen geconfronteerd:

  • Ontbossing leidt tot bodemerosie. De vruchtbare grond spoelt weg en dat zorgt voor lagere inkomsten van de boeren.
    Het kan zelfs tot aardverschuivingen leiden, zoals we telkens in vele delen van de aarde zien gebeuren. Dan is niet alleen de vruchtbare grond weg, er komen mensen om het leven, doordat ze bedolven raken onder de modderstromen. De bomen op de hellingen hadden dit kunnen voorkomen.
    Ontbossing gebeurt niet alleen om landbouwgrond vrij te maken, maar ook om de bomen te oogsten voor biobrandstof. Voor het snel verdiende geld worden levens op het spel gezet.
  • Door overbevissing lopen de opbrengsten van vissers terug. Soorten verminderen zodanig, dat er niet meer rendabel op gevist kan worden. Dan zijn beschermingsmaatregelen nodig, waardoor de vissers soms jarenlang aan de wal moeten blijven. Soms verdwijnen soorten helemaal. Dit probleem speelt niet alleen in ontwikkelingslanden. Door de honger naar vis in de ontwikkelde landen zijn inmiddels diverse soorten haaien en tonijn met uitsterven bedreigd. Zo dreigt een domino effect, waardoor bijvoorbeeld ook koraal verloren gaat en er bijvoorbeeld vaker 'kwallen-plagen' voorkomen. De natuurlijke vijanden van zulke plagen belanden op ons bord.

    Met mengteelt minder kosten en stabielere en grotere opbrengsten
  • In de landbouw (en veeteelt) heeft de traditionele mengteelt plaats gemaakt voor monoculturen. Daarmee is de sector kwetsbaarder geworden voor ziekten, plagen en natuurrampen. De industrie levert daar oplossingen voor, die op de lange termijn geen oplossing zijn. Maar op de korte termijn strijken die leveranciers flinke winsten op, ten koste van de boeren en consumenten.
Mengteelt landbouw
Met diversiteit spreid je het risico. Iedere belegger weet dit. Iedere ondernemer weet dit. Toch vreemd dat de main stream landbouw zo hardnekkig op monoculturen zet. Bij Wageningen Universiteit kijken ze er anders tegenaan. Daar wordt veel onderzoek gedaan naar mengteelt. En het meest geïnteresseerd in die ontwikkelingen...... China. De kleinschalige landbouw in China bleek niet in staat de groeiende bevolking te voeden. Daarom zijn Chinese bedrijven gaan 'boeren' in Afrika, Australië en Rusland. Dat gebeurt in massale bedrijven met immense akkers,....monocultuur. Maar China wil ook een voorlopersrol als het om duurzaamheid gaat. En die overzeese monoculturen zijn verre van duurzaam.  De oplossingen die Wageningen biedt zorgen ervoor dat de kleinschalige landbouw wel in staat is met minder kosten, stabielere en grotere opbrengsten te genereren. Met mengteelt zal China in staat zijn aan het grootste deel van de binnenlandse vraag te voldoen. De natuur zorgt voor stabiliteit, gratis.

In Europa ondervinden we de gevolgen van de remmende voorsprong. De gehele bedrijfstak is op monoculturen ingericht. De machines die de boeren en loonwerkbedrijven hebben aangeschaft zijn daarvoor geschikt en moeten afgeschreven zijn alvorens een overstap op kleinschaliger mengteelt in beeld komt. Tot dan betalen de boeren grof geld voor gewasbescherming en voedingstoffen. Voor de mengteelt boeren is dit gratis, all inclusive. Dat krijg je als je mét de natuur werkt.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

maandag 5 juni 2017

Waarom is biodiversiteit belangrijk voor ons welzijn?

Biodiversiteit is een begrip dat steeds meer in de belangstelling staat. Is het een hype? Is het een stokpaardje van groenliefhebbers? Of steekt er meer achter? Wageningen Universiteit doet er veel onderzoek naar, want meer kennis over biodiversiteit is zeker belangrijk voor ons welzijn, voor de economie en voor het klimaat. Met meer aandacht voor biodiversiteit kan ook de landbouw efficiënter werken: lagere kosten en hogere opbrengsten. Met de alsmaar groeiende wereldbevolking is dat geen overbodige luxe.
foto: Pixabay

Vanaf dit artikel zullen we met een aantal posts proberen een antwoord te geven op de vraag waarom biodiversiteit zo belangrijk is. Wageningen Universiteit is daarbij onze gids.

Wat verstaan we onder biodiversiteit?
Simpel gezegd is dat de verscheidenheid van leven binnen een bepaald gebied. Dat kan een waterdruppel zijn of een theelepel aarde, tot wel de gehele planeet. Het gaat dan om de soorten planten, dieren, schimmels en micro-organismen zoals virussen en bacteriën. Maar verder ook de genetische variaties binnen die soorten. In een gezond milieu houden die elkaar in evenwicht. Er is dus sprake van onderlinge afhankelijkheid en interactie. Wetenschappers willen daar het fijne van weten.

Je kunt dus stellen dat biodiversiteit een gigantische economische waarde vertegenwoordigt.

Kijk eens naar de mug. Hoe verwensen de meeste mensen dat dier? We doen er alles aan om er vanaf te komen. Maar is dat wel verstandig? Je zou denken, wat maakt dat nu uit? Toch is de mug een wezenlijk onderdeel van de biodiversiteit. Hun eieren en larven vormen een voorname voedselbron voor veel andere dieren, bijvoorbeeld vissen. En voor bepaalde vleermuissoorten zijn muggen eveneens hoofdvoedsel. Die op hun beurt.... Doordat muggen voor bepaalde diersoorten een stabiele voedselbron zijn, kunnen die dieren overleven en tegelijk ook op andere plaaginsecten jagen, die bijvoorbeeld voedselgewassen bedreigen.

Ook mensen leven dankzij biodiversiteit
Zo goed als alles wat mensen eten en gebruiken is terug te voeren op biodiversiteit. Dat betreft zowel wilde als 'tamme' dieren en planten. Ook de meeste bouwmaterialen, industriële grondstoffen en medicijnen danken we aan biologische hulpbronnen. En veel toeristen bezoeken bepaalde gebieden juist vanwege de natuur. Je kunt dus stellen dat biodiversiteit een gigantische economische waarde vertegenwoordigt. Het is de basis van duurzame oplossingen, van maatschappelijke en economische baten.
Volgens berekeningen van de Verenigde Naties zijn 40% van de wereldeconomie en 80% van de behoeften van arme bevolkingsgroepen van de natuur afhankelijk. Daarbij komt ook nog, dat hoe rijker de biodiversiteit is, hoe groter de kans op nieuwe medicijnen en oplossingen voor de klimaatverandering.
De mens is ook maar een (zoog)dier en is als zodanig gewoon een onderdeel van die grote biologische machine. Door defecten aan die machine kan hij zomaar stilvallen.

Het positieve effect van de natuur op ons mensen blijkt al uit het feit, dat we door contact met groene natuur minder snel ziek worden en sneller genezen. Op het werk zijn we tot wel 15% productiever. De natuur is ook een belangrijk deel van onze identiteit en onze culturele achtergrond. Je kunt hier niet zomaar overheen stappen. Moeder natuur is sterker dan de mensen met hun slimme uitvindingen en technologieën.  We moeten daarom met de natuur werken, niet ertegen.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

maandag 29 mei 2017

Helpt bomen planten tegen klimaatverandering?

Halen we de klimaatdoelstellingen van Parijs? Het zal niet gemakkelijk zijn. Op enkele sceptici na, is iedereen het er wel over eens, dat we dan veel meer CO2 uitstoot moeten beperken. Er is geen andere optie, want uit recent onderzoek is gebleken dat we het niet zullen redden door meer bomen aan te planten. De onderzoekers van het Potsdammer Institute for Climat Impact Research zijn daar duidelijk over: Als we kolen en olie blijven verbranden zoals we dat vandaag de dag doen en we later spijt krijgen van onze passieve houding, dan zijn de hoeveelheden broeikasgassen die we uit de atmosfeer moeten halen om het klimaat te stabiliseren te groot om te kunnen managen.
Foto: Pixabay

Hoeveel bomen?
De wetenschappers hebben uitgezocht hoeveel bomen er nodig zouden zijn om het klimaat te stabiliseren. Daarmee wordt bedoeld dat we gewoon doorgaan zoals we vandaag fossiele brandstoffen verstoken en toch niet verder opwarmen dat 2 oC in 2050. Daarvoor zouden dan heel veel ecosystemen in bossen omgezet moeten worden. Ook landbouwgronden. Dat is niet wenselijk. Op dit moment gebeurt het omgekeerde, bossen moeten wijken voor landbouw. En bossen worden opgeofferd aan de productie van elektriciteit.

Planten zijn in staat CO2 vast te leggen en vooral oude bossen zijn daar heel goed in. De jaarlijkse groei van jonge bomen omvat nog te weinig volume om echt het verschil te maken. Ook om deze reden is nieuwe aanplant geen goede remedie, hoewel het in het kader van verjonging en uitbreiding wel nodig zal zijn. We moeten vooral de oude bossen koesteren. Alleen, het bestaande bos areaal kan de klus niet aan.


Aangezien er nog geen goede alternatieven zijn moeten we het doen met wind en zon. 

Er zit niets anders op dan de uitstoot van CO2 drastisch te verminderen. En hopen dat vrijkomend methaan, bijvoorbeeld uit ontdooiende permafrost, de zaak niet verergert.
Steeds meer ondernemers en bestuurders ontdekken dat duurzame energie uit bijvoorbeeld wind en zon, ontdekken dat deze hernieuwbare energie een betere garantie voor een stabiele toekomst is, dan kolen, olie en gas, of houtpellets. Fossiele brandstoffen komen voor een belangrijk deel uit politiek instabiele landen en de wereldmarkt zorgt voor grote beweging in beschikbaarheid en prijs. Op termijn zal het, hoe je het ook wendt of keert, schaarser en duurder worden. Het beperken of verwijderen van vervuiling kost daar bovenop ook geld. Nog niet te spreken over de nadelige milieu effecten van kolen-, olie- en gaswinning.


Smart grids
Aangezien er nog geen goede alternatieven zijn moeten we het doen met wind en zon. 
Veilige Thorium centrales bijvoorbeeld, zijn nog niet volwassen genoeg voor commerciële inzet.  Straks kunnen ook elektrische auto's voor een deel in de energiebehoefte voorzien. Eén stilstaande auto heeft genoeg stroom voor 8-10 huishoudens. En door de aanleg van smart grids is het mogelijk om de gezamenlijke stroomopbrengst van windmolens, zonnepanelen en auto-accu's slim te verdelen over meerdere woningen. En block chain biedt de mogelijkheid om de kosten evenwichtig te verdelen over de gebruikers.

Veel groen in de buurt zorgt voor een gezonde leefomgeving. Daarom pleiten we voor groene wijken en steden. Maar om de aarde gezond te houden is dat niet genoeg. Daarvoor moeten we stoppen met het verbranden van waardevolle spullen. Want dat is ook nog een punt, van olie en gas kun je heel veel nuttige dingen maken. Als dat allemaal door de schoorsteen verdwenen is, moeten de fabrieken overschakelen op biologische grondstoffen. En dat terwijl het toch al moeilijker wordt om de wereldbevolking te voeden met de beschikbare grond.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

dinsdag 11 april 2017

Biologische gewasbescherming wint in EU

De industrie wil ons laten geloven dat we in de toekomst de groeiende wereldbevolking niet kunnen voeden zonder de inzet van chemische gewasbescherming. Dat is beslist niet het geval, zij maken onze voedselvoorziening alleen maar meer afhankelijk van hun diensten en producten. Het mensenrechtencomité van de VN heeft middels een rapport stelling genomen voor de overtuiging dat biologische bestrijdingsmiddelen zeer goed in staat zijn om de wereldbevolking te voeden zonder die chemische middelen.
Foto: Pixabay

Tegelijk heeft het Europees Parlement recent een motie aangenomen om biologische bestrijdingsmiddelen met een laag milieu risico versneld op de markt toe te laten.

In de toekomst kunnen we met gemak de groeiende wereldbevolking voeden, en dat nog wel tegen lagere kosten.

Bij Wageningen Universiteit & Research gaat ook de vlag uit. Zij hebben kort geleden samen met bedrijven uit de sector een omvangrijk rapport gepubliceerd over de biologische middelen die nu al ter beschikking staan.

De auteurs van dat rapport zien een viertal gradaties van biologische gewasbescherming:

  1. De grootste en economisch meest waardevolle categorie zijn de middelen die Moeder Natuur ons zelf te bieden heeft. Dit zijn de ecosysteemdiensten.
  2. Verder moeten wij als mensen deze ecosysteemdiensten gericht gaan stimuleren en beschermen.
  3. De derde stap zijn de biologische bestrijders. Denk aan sluipwespen en andere predatoren van plaaginsecten.
  4. Tot slot de commerciële biologische bestrijding op grote schaal met (gekweekte) ongewervelde organismen, die worden losgelaten op plekken waar zich een plaag dreigt voor te doen.
Biodiversiteit
De markt voor biologische gewasbescherming ten opzichte van de chemische tegenhanger is nog maar klein, ongeveer 2%. Maar van die chemische middelen moet in Europa ongeveer de helft binnenkort van de markt worden gehaald. De biologische sector vult dat gat in rap tempo aan met een jaarlijkse groei van ongeveer 15%. Een kentering naar biologische gewasbescherming is dan ook duidelijk zichtbaar.

De vermindering het gifgebruik komt de biodiversiteit ten goede. Die wordt er aantoonbaar rijker van. En dat is op zijn beurt weer een belangrijke voorwaarde om de biologische gewasbescherming verder te ontwikkelen. In Wageningen is al eerder een positief verband gelegd tussen biodiversiteit en ecosysteemdiensten enerzijds en de agrarische productie anderzijds. Denk onder andere aan een rijker bodemleven in de akkers.

Bewuste Landbouw
Moeten we dan massaal overstappen op biologische landbouwmethodes?  Volgens de wetenschappers heeft de middenweg meer kans van slagen. Ze noemen het "Bewuste Landbouw". Daarin werken de landbouw en de rest van de keten samen, met respect voor de omgeving en de natuurlijke hulpbronnen. Bij de conventionele landbouw staat winstmaximalisatie voorop, zonder rekening te houden met de gevolgkosten voor milieu en volksgezondheid.

Als bewuste landbouw op grote schaal wordt ingevoerd zullen we in de toekomst met gemak de groeiende wereldbevolking kunnen voeden, en dat nog wel tegen lagere kosten. De VN en de EU hebben daar nu een eerste (politieke) stap voor gezet.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

Duurzaam koopgedrag is een illusie

Jij en ik bepalen of de winkelketens producten aanbieden, die geproduceerd zijn met respect voor mens en natuur. En uit een recent onderzoek blijkt dat we als consument daarin tekort schieten. Aan 1537 mensen werden vragen gesteld over de 100 bekendste retailers in Nederland. Met name over de kracht van het (winkel)imago. 

Elk merk is op 40 factoren onderzocht: merkkracht (= bekendheid, waardering en binding), merkpersoonlijkheid (16 factoren), merkprestatie (18 factoren), aankoopintentie, aankoop en groeiverwachting.
De resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd op MarketingOnline.

Planet Earth first
Opvallen in dit onderzoek is dat Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen (MVO), met andere woorden met respect voor mens en natuur, op de laatste plaats (18) staat. Duurzaam koopgedrag is dus een illusie

Ondernemers verkopen ons met plezier wat wij als consument vragen. De grote ketens moeten de massa bedienen en die massa heeft lak aan duurzaamheid en milieu, zo blijkt. De massa vindt andere zaken belangrijk: 
  • goede prijs/kwaliteit verhouding
  • vriendelijk personeel
  • aantrekkelijke aanbiedingen
  • goede bereikbaarheid
  • vriendelijke sfeer.
Dit zijn de vijf belangrijkste drijfveren om voor een bepaalde winkel te kiezen. Desondanks nemen enkele vooraanstaande ondernemingen hun verantwoordelijkheid.

Maatschappelijk ondernemen
Slechts een paar ondernemingen durven het aan om ook maatschappelijke kwesties en duurzaamheid op het winkelconcept toe te passen. Twee bekende voorbeelden zijn Holland & Barrett en IKEA. Natuurlijk zijn er meer, maar die opereren veelal in de niche. Maatschappelijk ondernemen is niet sexy en veel mensen denken dat zulke bedrijven te duur zijn. Onterecht als je bedenkt dat bijvoorbeeld IKEA en LIDL duurzaamheid hoog op de agenda hebben staan. Dit zijn toch geen bedrijven die een duur of exclusief imago hebben? Hier is toch sprake van een goede prijs/kwaliteit verhouding? Die twee uitersten in deze ranglijst kunnen toch goed samengaan? En bij deze twee is "goede bereikbaarheid" ook niet aan de orde, tenminste, de winkels liggen niet bij ieder om de hoek. Steeds meer ondernemingen ondervinden dat duurzaamheid op termijn belangrijke voordelen heeft op het gebied van kostenbeheersing en het voortbestaan.

Maar ja, de consument (de massa) vraagt niet om MVO. Boeit niet. En daarom zijn veel succesvolle ketens er ook niet mee bezig. We hebben nog een lange weg te gaan.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.


vrijdag 24 maart 2017

Stop gebruik van houtpellets

Houden we ons milieu gezond voor de komende generaties? Niet als we blijven doorgaan met het verstoken van houtpellets. Die blijken tegen de belofte in, het milieu juist te vervuilen. De Nederlandse regering steunt, net als andere Europese landen het gebruik van pellets met flinke subsidies. De Minister van economische zaken is niet van plan die af te schaffen, omdat hij meent dat dit nodig is om het Energie-akkoord te realiseren. Toch was er in de Tweede Kamer (vóór de verkiezingen) een meerderheid om de subsidie af te schaffen. Hier de reden waarom dat een goed plan is en door de nieuwe Tweede Kamer (en kabinet) moet worden doorgezet.

Onlangs publiceerde het Engelse Chatham House, Royal Institute of Foreing Affairs een rapport over houtpellets. Daarin wordt het bijstoken van biomassa als koolstofneutrale oplossing als onwenselijk betiteld. Dat zou het misschien wel zijn als iedereen zich aan de afspraken zou houden, maar dat gebeurt niet. De producenten in landen als de VS, Rusland, Canada en Bulgarije vinden omzet belangrijker. Met € 8,- per ton is dat gemakkelijk verdiend geld als je in een jaar 3,3 miljoen ton (vanuit de VS alleen) aan West-Europese landen kunt leveren. In 2016 was het Nederlandse aandeel 22.000 ton. Ook Staatsbosbeheer levert hout voor biobrandstof, naar eigen zeggen uit reststromen, waar Zembla vraagtekens bij zet.

Vervuiling
Het verbranden van houtpellets levert per opgewekte Kilowatt iets meer CO2 dan bij steenkool of gas. Maar daarmee ben je er nog niet. De opnamecapaciteit van de bomen, die dat nu niet meer kunnen, moet je erbij optellen. Voordat nieuwe aanplant hetzelfde kan, ben je 80 tot meer dan 100 jaar verder. In die tussentijd gebeuren er allerlei enge dingen met ons klimaat, die met voldoende gezonden bossen minder ernstig zouden zijn.

Houtproducenten houden zich niet aan de afspraak dat biobrandstof van reststromen afkomstig is.

De internationale afspraken voor biomassa en de daarmee samenhangende productie van pellets is, dat alleen reststromen worden gebruikt. Maar daar houdt men zich niet aan. Onderzoek bij Amerikaanse bosbouwers toont dat 75% van de pellets gemaakt is van complete bomen. Dat kunnen niet allemaal zieke bomen zijn. Onderzoek in Europese landen kijkt naar de hoeveelheid bos dat gekapt wordt in relatie tot de capaciteit om in dezelfde tijd na te groeien. Dan blijkt dat Bulgarije liefst 130% van het bos areaal kapt (30% meer dan er op redelijke termijn opnieuw kan groeien). Die bossen zullen zich niet meer herstellen en de kale hellingen vormen een gevaar voor toekomstige aardverschuivingen. Overigens overschrijdt Duitsland die capaciteit met 10%. Frankrijk blijft onder de 100%.
Duurzame bosbouw maakt plaats voor winstbejag. Jacht op de lucratieve subsidies, want zonder is houtproductie als biobrandstof niet rendabel. Bovendien blijkt dat in de landen waar de bossen geplunderd worden de boekhouding niet klopt. De administratie van CO2-schuld moet volgens VN-afspraak bij de bosbouwers plaatsvinden en niet, zoals nu vaak gebruikelijk, bij de nutsbedrijven. Zo blijft in de emissie-statistieken de CO2-schuld en de kaalslag onder de radar.

Voor de komende regering is het dan ook zaak om de subsidie op biobrandstof snel af te schaffen. Het bijstoken met houtsnippers en pellets werkt vervuiling juist in de hand en zo kun je het Energie-akkoord dus niet realiseren. We vergroten er alleen onze CO2-schuld mee. Oude bossen blijken, in tegenstelling tot wat steeds werd gedacht, beter in het vastleggen en vasthouden van CO2. Als we het hout vooral gebruiken om spullen van te maken blijft het koolstof langer in het materiaal vastzitten. Dood hout in de bossen laat CO2 heel geleidelijk los en het wordt ondertussen door de lokale vegetatie opgenomen.
We moeten sowieso ophouden met het verbranden van spullen om energie op te wekken. Dit is niet meer van deze tijd.

In oktober 2019 publiceerde Kennisnet een artikel over dit onderwerp. Er werden meerdere meningen van wetenschappers naast elkaar gezet om een genuanceerder beeld te krijgen.
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/moeten-we-stoppen-met-het-bij-stoken-van-hout/

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

donderdag 23 maart 2017

Alle planten zijn giftig

Alle planten zijn in principe giftig. Zelfs een grasspriet! Sommige dieren kunnen het eten maar hebben daarvoor een speciale maag en lang darmstelsel nodig. Dat heeft niets met de giftigheid te maken. De giftigheid maakt het juist tot een ideale diervoeding. Grassen worden namelijk nauwelijks door bacteriën en schimmels aangetast.
De giftigheid van planten heeft alles te maken met het natuurlijk afweersysteem van het organisme. Dieren, en met name dieren van de hogere klassen kunnen als afweer tegen bedreiging wegvluchten of terugvechten. Planten missen die vaardigheid. Zij beschikken alleen over hun chemisch/biologisch afweersysteem.
Sinds kort weten onderzoekers hoe dat afweersysteem precies werkt en hoe planten vriend van vijand kunnen onderscheiden. Lees dit artikel in EOS.
Planten weren zich door zichzelf ongenietbaar te maken. Dat doen ze met behulp van bitterstoffen, stoffen die scherpe of prikkelende uitwerking hebben en stoffen die ziek maken of zelfs ‘n dodelijke uitwerking hebben. 

Zo kan de giftigheid van planten zowel een dreiging als nuttig zijn voor mens en dier. Denk bijvoorbeeld ook aan de vele medicijnen, waaraan plantenstoffen ten grondslag liggen. Zelfs zoiets simpels als een aspirientje, dat zijn ontstaan te danken heeft aan wilgenbast.
De film hieronder behandelt een handvol planten en hun giftigheid.

Mocht een plaatje te snel gaan, bedenk dan dat je de film eenvoudig kunt terugdraaien en stopzetten.
Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.