In de jaren '60 en '70 werden vaak 'tuindorpen' aangelegd. Woningen in een parkachtige omgeving om de mentale en fysieke gezondheid van de arbeidersklasse te bevorderen. Vandaag voldoen die oude woningen niet meer aan de eisen en wordt er gerenoveerd. Net als bij de aanleg van nieuwe wijken wordt het groen drastisch verminderd. Want voor de openbare ruimte, dus ook voor het openbaar groen, kun je geen huur vragen. Dat zijn 'nutteloze' vierkante meters en dat moet je in het huidige economische model zoveel mogelijk beperken.
Te veel stenen, te weinig groen, te weinig speelruimte voor kinderen. Jongeren zoeken zelf een oplossing, vaak met overlast tot gevolg.
Het gevolg is dat deze wijken snel tot achterstandswijken evolueren: verpaupering, overlast, criminaliteit en sociale onveiligheid. In zulke wijken beleven bewoners weinig woonplezier. Dit is niet duurzaam.
Geef kinderen de ruimte om hun fantasie en energie in kwijt te kunnen.
Om te voldoen aan de maatschappelijke waarden van het groen en bij te dragen aan minder (over)last door klimaatverandering is een goede verdeling van het groen belangrijk. Binnen de stad zijn kleinschalige parken nodig van ongeveer 1 ha. die op 300-400 meter afstand van elkaar liggen, onderling verbonden door straatbomen. Die parkjes dienen een mix te zijn van bomen en struiken, perkplanten en gazon. Bomen en struiken fungeren als koelelementen en luchtfilters. perkplanten brengen kleur in het geheel en de gazons nodigen uit tot sport en spel.
Hierdoor worden ook de gevolgen van hittestress en wateroverlast door klimaatverandering beperkt. Zo is openbaar groen ook optimaal beschikbaar, volgens de normen. Zowel kinderen als volwassenen vinden hier ontspanning en sociale contacten. Dat bevordert de mentale en fysieke gezondheid van de bewoners. Komt dat bekend voor? Oh ja, die gedachte lag in de jaren '60 en '70 aan de basis bij de ontwikkeling van de tuindorpen. Niets nieuws onder de zon.
Het tij keert
Goed nieuws. Er zit verandering in de lucht. Steeds meer gemeenten en woningcorporaties gaan investeren in meer groen in de wijken. Mensen vragen erom. Stadsbewoners willen niet alleen méér openbaar groen binnen de bebouwde kom, maar ook méér toegankelijke natuur (bossen) aan de rand van de steden.
Naar aanleiding van Prinsjesdag werd kinderen gevraagd hoe zij de begroting zouden opstellen, wat zij belangrijk vinden. De uitslag is opmerkelijk: 1. Defensie, 2. Natuur.
Nu investeren in veiligheid en natuur geeft deze generatie waar zij behoefte aan heeft tegen de tijd dat zij zelf volwassen is. Niet wachten. Nu handelen.
Ook binnen de wijken en wijkraden heerst steeds meer de instelling van: "Kom niet aan ons groen!" De bewoners voelen perfect aan wat de maatschappelijke waarden van het groen zijn. Zij verzetten zich tegen plannen die verarming van dat groen inhouden. Uitkijken op gras en beton maakt een mens niet gelukkig. Kijk naar wat de kinderen willen, meer geld voor:
- Veiligheid.
- Natuur.
Investeren in (meer) groen maakt wonen in de wijken duurzamer. Het betaalt zichzelf terug door verlaging van de kosten voor zorg en watermanagement. Maar er zijn ook economische baten. Daarover later.
Groen loont.
Groen loont.
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.