woensdag 17 april 2024

Bescherm de vleermuizen, ze zijn heel nuttig

 De meeste vleermuizen zijn inmiddels uit hun overwinteringsplek gekomen en in hun favoriete jachtgebied aangekomen. Daar slapen ze overdag in holle bomen, in spouwmuren en op zolders van huizen. Zodra het donker wordt gaan ze op jacht. Omdat ze heel nuttig zijn, moeten we ze beschermen zodat ze ongehinderd hun gang kunnen gaan en op hun slaapplaatsen met rust gelaten worden. Vooral de dwergvleermuis verdient speciale aandacht. Het is een klein, kwetsbaar diertje dat vrijwel uitsluitend op muggen jaagt. Wie is daar tijdens de zomermaanden niet dankbaar voor?

Afbeelding: Pixabay
De gewone dwergvleermuis is in Nederland de meest voorkomende soort. Het is een beschermde diersoort. Hij is afhankelijk van een bepaalde samenhang in zijn leefomgeving. Bouwen, slopen, bomen kappen etc. zijn activiteiten die hij niet goed verdraagt. En als het met de dwergvleermuis niet goed gaat, hebben de mensen méér last van muggen. Vleermuizen verplaatsen zich liefst in de dekking van boomrijen en huizen. Daar zijn ze veilig voor de aanvallen van o.a. uilen. Ja, die kleine jagers staan zelf ook op het menu van andere jagers.

Lang geleden, toen edelen nog burchten en kastelen bouwden, zorgde de bouwheer er altijd voor dat in de directe omgeving ook een gebouw (b.v. een toren) stond waar vleermuizen (maar ook uilen) overdag een veilige slaapplaats hadden. In de nacht maakten deze dan jacht op muggen en ander ongedierte. Voor de kasteelbewoners een zorg minder.

Terug naar de dwergvleermuis. Dit nuttige diertje is een snelle, wendbare vlieger. Hij jaagt vooral op muggen, maar pakt ook andere in de nacht vliegende insecten. Omdat de dwergvleermuis de meest voorkomende soort is, is dit ook de belangrijkste opruimer van nachtelijke plaaggeesten. Ze besparen ons muggenbeten, maar houden ook plagen voor land- en tuinbouw in toom. Ook voor bossen zijn ze nuttig.

Bescherm onze vleermuizen, ze zijn zeer nuttig.

Dwergvleermuizen zijn van oorsprong rotsbewoners. Maar omdat ze zich door heel Europa verspreid hebben, nemen ze bij gebrek aan grotten en rotsspleten ook genoegen met onze zolders en spouwmuren. Wie deze dieren te gast heeft doet er goed aan ze vooral met rust te laten. Niet alleen omdat ze wettelijke bescherming genieten, maar ook omdat wij mensen baat hebben bij hun aanwezigheid. En in tegenstelling wat sommige mensen denken, vleermuizen doen ons geen kwaad en zullen beslist niet in onze haren vliegen. Hun echolocatie is uitstekend, het helpt ze obstakels te vermijden en prooien te vangen, zelfs als ze zo klein zijn als muggen.

Wat kun je doen om de kleine vleermuizen te beschermen? Bij gebrek aan rotsspleten verblijven ze overdag graag in spouwmuren of andere kleine ruimten onder het dak. Biedt ze die gelegenheid. Zeker als je spouw gevuld is met isolatiemateriaal. Een andere mogelijkheid is het ophangen van vleermuiskasten. Een kast voor de dwergvleermuis heeft een doorlaatopening van slechts 17 millimeter en in de kast kunnen tot wel 20 dieren de dag doorbrengen. Dwergvleermuizen leven graag in groepen, ze zullen elkaar dus altijd opzoeken en dicht tegen elkaar aan kruipen.

Wil je meer weten over de dwergvleermuis en hoe je die kunt beschermen? Ga dan naar de website van BIJ12 en zoek het kennisdocument gewone dwergvleermuis.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn - Gratis voor donateurs van Stichting Groen Weert. (www.groenweert.nl).
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

dinsdag 2 april 2024

Waarom bossen niet altijd goed zijn tegen klimaatverandering

 Ook in deze BLOG is vaak gepleit voor meer bossen tegen klimaatverandering. Bijvoorbeeld door meer koolstof uit de atmosfeer te halen en zo het broeikaseffect te verkleinen. Nu blijkt uit recent onderzoek dat dit toch iets ingewikkelder is. In eerdere onderzoeken is namelijk geen rekening gehouden met reflectie. In sommige gebieden kunnen bossen meer zonlicht absorberen en opwarmen dan reflectie zonder die bomen kan koelen. Denk aan de noordelijke gebieden waar een groot deel van het jaar sneeuw ligt. Wit kaatst zonnestraling terug de ruimte in.

Foto: Pixabay
De klimaatwetenschappers keken eens goed naar het zogenaamde albedo-effect, het resultaat van de mate van reflectie. Veel reflectie betekent sterke afkoeling, terwijl absorberen opwarming tot gevolg heeft. Met ingewikkelde berekeningen konden zij een maatstaf (Carbon dioxide equivalents -CO2e) vaststellen, die helpt een balans te vinden tussen reflectie en absorptie.
Er is ook een verschil in absorptie tussen de verschillende boomsoorten, afhankelijk van de tint van het blad en de dichtheid van de kroon.

Zo konden zij een kaart samenstellen die aangeeft in welke gebieden de aanplant van bomen tot afkoeling leidt en waar dit juist opwarming tot gevolg heeft.

Je ziet het ook in de praktijk als je in een besneeuwd landschap kijkt naar de bomen. Zodra de zon wat sterker wordt ontdooien de bomen en worden ze weer groen. Dat is donkerder dan de sneeuw er omheen. Ook direct rondom de boom zal de sneeuw sneller smelten. Opvallend genoeg stelden de wetenschappers ook in dorre gebieden (bijvoorbeeld woestijnen) hetzelfde effect vast. Kortom, het koelend effect van bomen zie je vooral in de gematigde klimaatzones.

Toch zijn de wetenschappers ervoor om meer bossen aan te planten, wel rekening houdend met de balans tussen reflectie en absorptie (albedo). Bomen bieden namelijk veel meer dan CO2 opname, ze gaan hittestress in hun omgeving tegen, ze helpen water te zuiveren en bodem te behoeden voor landverschuivingen,  bomen produceren voedsel, vormen een leefgebied voor dieren en hebben een rustgevende uitwerking op mensen. Het is dus vooral een kwestie van prioriteiten stellen en de juiste balans vinden.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn - Gratis voor donateurs van Stichting Groen Weert. (www.groenweert.nl).
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.