maandag 23 mei 2016

Ook kale rotsen trekken toeristen

Wie een rondreis door de Rocky Mountains maakt zal naast groene wouden ook kale rosten tegen komen. Die kale rosten zien er spectaculair uit en dat trekt toeristen. Dagjesmensen en avonturiers. Want het is een bizar en vijandig landschap waar je niet wilt wonen.
Deze foto maakte mijn zoon tijdens zijn rondreis.

Op het plaatje hiernaast zie je een voorbeeld van zo'n kaal en droog landschap. Ik kan niet ontkennen, dat je ook daar bomen zult vinden. Maar over het algemeen.....

Hier heerst een woestijnklimaat: droog, extreem warm op zomerse dagen en zeer koud in de (zomerse) nachten. Er is te weinig groen om die temperatuurschommelingen te temperen. In de nacht is de uitstraling extreem en overdag zijn er te weinig bomen om de omgeving te koelen.

Groenste regio

Nu is het zo dat mijn woonplaats, de gemeente Weert, enorm trots is op haar status van groenste regio van de wereld. Als inwoner vraag ik mij af, en velen met mij, waaraan de gemeente die status te danken heeft. Ja, we zijn omringd door veel groene natuur, namelijk het Kempen~Broek. Alleen, driekwart van dat natuurgebied ligt op Belgisch grondgebied.

City management wil dat groen graag te gelde maken en hiermee toeristen naar de stad lokken. Maar wie de stad bezoekt valt meteen op, dat het openbaar groen best tegenvalt. In de zomer van 2015 werden toeristen zelfs onverwacht getrakteerd op een singel met gekalanderde Haagbeuken. Geen gezicht.

Nu is bekend geworden dat de gemeente nog eens 260 bomen gaat kappen, zogezegd om veiligheidsredenen. We moeten het maar aannemen, een groot deel van die bomen kennen wij en we beamen dat ze in een slechte staat verkeren. Dat is vooral te danken aan slecht onderhoud en verkeerd snoeien. Daar is de gemeente herhaaldelijk op gewezen. Maar in plaats van het onderhoud te verbeteren, wat in de meeste gevallen betekent - minder aan doen, worden de bomen nu gekapt. Van die 260 bomen komen er slechts 20 voor herplant in aanmerking. Ach, zul je zeggen, op zo'n 30.000 gemeentebomen vallen die 240 verdwijningen amper op. Wel, dat kon wel eens tegenvallen, want er worden hele straten kaal gemaakt. Geen bomen, geen biodiversiteit en meer kans op wateroverlast.

Een straat zonder bomen in een gemeente die zich de groenste van de wereld noemt, dat komt niet echt over. Bovendien zullen de bewoners van die straten in de komende zomers meer last van hittestress krijgen. Vergeet niet, dat elke volwassen boom een koelkracht van 10 airco's heeft. Dat scheelt gemiddeld 7oC in de omgeving van die bomen - die er straks dus niet meer zijn.

Aangezien groen in de straten en op de pleinen sociaal gedrag stimuleert en criminaliteit vermindert, kun je verwachten dat de kaalslag ook verpaupering in de hand werkt.

Groen is méér dan aankleding, zoals parkbankjes en lantaarnpalen.Waarom is het zo moeilijk om gemeentebesturen en ambtenarij van het maatschappelijk nut van groen te overtuigen?

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn (te koop via Bullseye Publishing)
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

dinsdag 10 mei 2016

Hoe kunnen naaldbomen het klimaat opwarmen?

Bomen zijn belangrijk in de strijd tegen de opwarming van het klimaat. Zij nemen veel CO2 uit de lucht op en leggen dat vast in hun houten structuur en in de bosbodem. Een deel wordt in de vorm van koolhydraten gebonden en gebruikt voor de eigen stofwisseling en dat van andere wezens. Op die manier zorgen de 3 biljoen bomen op aarde, dat jaarlijks grofweg 2,4 biljoen ton CO2 wordt vastgelegd. Tegelijk produceren de bomen, samen met de algen in de oceanen, voor een stabiel zuurstofgehalte in de atmosfeer. Dat is algemeen bekend.
Naaldbomen horen in koude streken...

Maar hoe kan het dan dat in de afgelopen 260 jaar, ondanks een 10% groei van de Europese bossen, deze bossen eerder aan opwarming hebben bijgedragen dan aan afkoeling?

In februari 2016 publiceerde het Science Magazine een onderzoek van het Franse Laboratory for Climate Science and Environment. Zij ontdekten dat de aanplant van nieuwe bossen in Europa tot een temperatuurstijging van 0,12°C heeft geleid. Hoe kan dat?

Naaldbomen

Sinds 1750 is het bos areaal in Europa met zo'n 200.000 vierkantenkilometer uitgebreid. Aangezien die bomen groeien en al doende CO2 vastleggen, zou je verwachten dat dit bijdraagt aan verlaging van de omgevingstemperatuur. Volgens de modellen die de wetenschappers hierop loslieten, bleek dat niet zo te zijn. Dat vraagt om uitleg.

Dit heeft alles met de gewaskeuze te maken. Bosbouwers kozen massaal voor een snel groeiende houtsoort, die bovendien een hogere economische waarde had, dan de van nature aanwezige loofbomen. In plaats van beuken, eiken, linden en dergelijke, plantte men op grote schaal coniferen, zoals dennen en vooral sparren. Deze omschakeling van breedbladige naar smalbladige bomen had een grote invloed op de warmtestraling, water- en energiehuishouding van de bossen.

Ingrijpen van de mens leidt vaak tot
ongewenste milieu situaties.

Omdat de bladeren (naalden) van coniferen donkerder van kleur zijn, absorberen ze meer licht en verhinderen uitstraling van warmte naar de ruimte. Zo wordt meer warmte in de bossen gevangen gehouden. Omdat de naalden een veel kleiner bladoppervlak hebben dan de loofbomen verdampen ze ook veel minder verkoelende waterdamp in de atmosfeer.Voor naaldbomen is dat belangrijk om te overleven in hun natuurlijk habitat, maar in de gematigde streken zijn die eigenschappen ongewenst. 

Omdat deze aanplant feitelijk productiebossen zijn, levert het kappen van deze bomen een extra productie van CO2 op. Dit is koolzuur dat anders door de bomen in de bodem werd vastgehouden.

Back to the future

Kunnen we conclusies aan dit onderzoek verbinden? Een van de onderzoekers waarschuwt ervoor, dat dit op een model gebaseerd is. Als je in zo'n model iets andere parameters toepast, kan de uitkomst misschien wel compleet de andere kant op wijzen. In grote lijnen staat hij echter wel achter de uitkomsten van dit onderzoek en wijst er op dat de bossen in koudere streken en in de tropen met geheel andere problemen te maken hebben, die op een heel andere manier van invloed zijn op het klimaat.

Toch lijkt het ook hier weer, dat het ingrijpen van de mens, gedreven door zijn hebzucht, vaak leidt tot ongewenste situaties in het milieu. Het is dan ook goed om te zien dat met name terreinbeheerders in Nederland deze voormalige productiebossen geleidelijk omzetten in natuurlijke bossen met inheemse loofbomen. Vooral in Limburg vind je nog veel oude productiebossen met grove den, die in het verleden voor de mijnbouw bestemd waren. Die zijn niet meer nodig en kunnen dus weg.
Terug naar hoe het vroeger was. De oorspronkelijke loofbomen geven onze bossen een veel aangenamer aanzien en voelen in de zomer ook koeler aan. Je weet nu waarom dat zo is. 

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn (te koop via Bullseye Publishing)
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

maandag 2 mei 2016

Welke invloed heeft kunstlicht?

Echt donker is het 's nachts bijna nergens meer. Hoeveel sterren zie jij in de nacht? Waar kun je in Nederland nog de Melkweg zien? Hoe wij mensen er in slagen helderheid in de nacht te brengen is het beste te zien vanuit de ruimte. In de ontwikkelde landen zie je een aaneengesloten zee van lichtpuntjes. Dat is onnatuurlijk, dat is lichtvervuiling.
Heldere nacht
De natuur is door al dat nachtelijke licht van slag. Zo stond ik dezer dagen om 4 uur in de ochtend op straat (taxi spelen voor mijn zoon) en ofschoon het nog 2 uur zou duren voor de zon opkwam, klonk in alle hoeken merel gezang. En ja, gedurende de 160 kilometer naar Schiphol heb ik geen moment duisternis gezien. Het had evengoed overdag tijdens een dreigende onweersbui kunnen zijn.

Dat dit ook gevolgen heeft voor de flora en fauna, daar hoeven we niet aan te twijfelen. Maar we weten er eigenlijk te weinig over, om de gevolgen goed te duiden en daaruit conclusies te trekken. Zo weten we wel dat verschillende insectensoorten worden aangetrokken door het licht van straatlantaarns. En dat er een paar vleermuissoorten handig gebruik van maken. Dat is met name de dwergvleermuis. Andere vleermuissoorten vluchten naar de (schaarse) duisternis en dat doet die soorten geen goed. Er is te weinig duisternis en daar houden zich te weinig insecten op.
Bij sommige nachtvlinders zijn de vrouwtjes bij kunstlicht minder goed in staat om met feromonen te mannetjes te lokken. Dat bedreigt hun voortbestaan. Bij andere soorten komen de vlinders te vroeg in het voorjaar uit de cocon waardoor ze risico lopen om dood te vriezen.
Muizen schuwen het licht in de nacht en schromen op voedsel uit te gaan. Wie dat wel aandurft loopt groot risico in de bek van een roofdier te eindigen, dat op zijn beurt van het overvloedige licht weet te profiteren.

Een overdaad aan licht, ... verstoort het bioritme van vrijwel alle levende wezens...

Ik had het hiervoor over merels die in de nacht zingen. Maar met bijvoorbeeld koolmezen zit het ook niet goed. Die neigen ertoe vroeger in het voorjaar te nestelen, waardoor de jongen uitkomen op een moment, dat er nog te weinig prooidieren (lees insecten) zijn. De gezinsplanning wordt hier dus in de war geschopt.
Trekvogels raken gedesoriënteerd en vliegen eindeloos rondjes rondom sterk verlichte objecten en putten zich daarmee uit.
Planten reageren op lichtperiodes doordat de verhouding licht - donker de bloei aanstuurt. En het verschil tussen licht en donker moet groot zijn, wil het voor planten iets betekenen.

Onderzoek
In 2011 startte het onderzoeksproject "Licht op natuur". Doel van dit onderzoek was de invloed van kunstlicht op de natuur te onderzoeken en manieren te vinden om buitenverlichting natuurvriendelijker te maken. Er wordt met name gekeken naar het effect dat de verschillende kleuren kunstlicht hebben op diverse planten en dieren. Dat blijkt zeer complex te zijn. De onderzoekers vonden dat ze te weinig gegevens hadden om betrouwbare uitspraken of voorspellingen te kunnen doen. In 2015 is daarom besloten dit onderzoek tot 2019 te verlengen.
Toch heeft dit onderzoeksproject al het één en ander aan het licht gebracht.

Koolmezen blijken vooral door wit en groen licht vroeger in het voorjaar aan de leg te beginnen. Gebrek aan nachtrust leidt bij veel dieren tot afnemende alertheid en slechtere conditie. Planten gaan moeilijker in bloei en dragen daardoor minder vruchten. Sommige boomsoorten hebben in de nabijheid van straatlantaarns de neiging om nagenoeg het hele jaar groen blad te voeren. Trekvogels blijken bij bepaalde kleuren veel hinder te ondervinden, bij andere kleuren veel minder. Mede hierdoor worden op zee de lichten van boorplatforms aangepast. Dat zou ook in de steden moeten gebeuren.

Bioritme
Een overdaad aan licht, een te klein verschil tussen dag en nacht, verstoort het bioritme van vrijwel alle levende wezens en dat kan het gehele ecosysteem ontwrichten.
Groningse onderzoekers hebben ontdekt dat het dag/nachtritme de aanmaak van het enzym peroxiredoxine aanstuurt. Dat gebeurt in vrijwel alle organismen op planeet aarde. Dit enzym functioneert als een antioxidant en beschermt cellen tegen beschadiging en veroudering. Dit systeem heeft een 24-uursritme en wordt circadiaan ritme genoemd. Verstoring van dit ritme heeft een nadelig effect op de gezondheid en welzijn van alles wat leeft. Jij en ik, de dieren en planten om ons heen.

We weten dus wel dat antropogeen licht, licht dat door mensen wordt gemaakt ofwel kunstlicht, grote invloed heeft om het leven. Het verschil tussen licht en donker is te klein en dat verstoort niet alleen het natuurlijk gedrag, maar heeft zelfs invloed op biochemisch niveau.
Uit het onderzoek blijkt dat continue blootstelling aan licht onder meer leidde tot een verstoord ritme van de neuronen in de nucleus suprachiasmaticus. Bij zoogdieren wordt het circadiaan ritme (dag- en nachtritme) door neuronen in dit deel van het brein georkestreerd. Ook namen de krachten van de muizen af en gingen hun botten achteruit. Daarnaast was het immuunsysteem in een soort continue staat van paraatheid, net zoals het geval is wanneer een ziekteverwekker het lichaam bedreigt. Alle fysiologische veranderingen die de muizen doormaakten, zien we volgens de onderzoekers doorgaans bij dieren of mensen die op een wat hogere leeftijd komen: de proefmuizen werden op verschillende vlakken zwakker.Het goede nieuws is, dat dit effect omkeerbaar is. Zodra de muizen weer enkele weken aan een normaal ritme van licht en duisternis werden blootgesteld herstelde hun toestand snel.

Veel mensen hebben daar geen erg in of vinden het een ver-van-hun-bed verhaal. Misschien wel letterlijk, want terwijl wij met het vallen van de nacht ons terugtrekken in onze huizen en de gordijnen sluiten, blijft buiten de natuur wakker bij het overvloedige kunstlicht in onze straten. Dat de natuur daarvan te lijden heeft valt niet te ontkennen. Hoe dat lijden er precies uitziet is echter voor een groot deel in duisternis gehuld.
Laten we hopen dat het voortzetten van het onderzoeksproject "Licht op natuur" daar over enkele jaren meer helderheid in brengt.


Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn (te koop via Bullseye Publishing)
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.