zondag 27 januari 2019

Waarom we blij moeten zijn met wolven

Opnieuw wil ik een lans breken voor wolven. Vooral nu het er steeds meer op lijkt dat er zich meerdere wolven in Nederlandse Belgische natuurgebieden hebben gevestigd. Nu klinken er pleidooien om die wolven vooral af te schieten, zodat ze zich niet blijvend kunnen vestigen. Wie heeft daar baat bij? Niemand, ook niet degenen die zo graag willen schieten.
Foto Pixabay.

 Wel voor hun prooidieren, namelijk hoofdzakelijk herten, reeën en everzwijnen. De wolven zullen zich met name in de gebieden vestigen waar deze dieren veel voorkomen. Dat is goed nieuws voor landbouwers in die streken. Door de wolven verandert het gedrag van die dieren en zal de wildschade aan landbouwpercelen aanzienlijk afnemen. Wolven zijn ook goed nieuws voor bosbouw, de bossen zullen minder lijden onder vraat van groot wild omdat die dieren zich meer in het gebied verspreiden.

Niets te vrezen

Veehouders zouden hun dieren op een effectieve manier moeten beschermen. Met en stevig hek, naar binnen halen of grote getrainde honden bij de kudde laten. En bedenk tevens, dat het vooral jonge, nog zwervende wolven zijn, die zich aan schapen in de wei vergrijpen. En.... los lopende honden vormen een groter probleem. Dat is een gevolg van hun jacht instinct: zodra prooidieren in paniek gaan rondrennen zetten ze de achtervolging is. Daarom worden de doodgebeten schapen niet opgegeten. Dit probleem komt vaker met loslopende honden voor, die maken jaarlijks duizenden slachtoffers. Gevestigde wolven doden om te eten, hun voorkeur gaat uit naar het wild in het bos. OK, af en toe zal er misschien toch een schaap sneuvelen, maar dat kan met gerichte bescherming worden voorkomen. Bovendien wordt die schade uit het Faunafonds vergoed. Als honden aan het werk waren, wordt de schade niet vergoed en daar klaagt niemand over.

Recent moest een Duitse jager een wolf doodschieten, omdat die tijdens een drijfjacht op herten zijn honden aanviel. Kun je het de wolf kwalijk nemen dat hij die honden als concurrent zag? Over jagers gesproken, ook zij hoeven de komst van de wolf niet te vrezen. Wolven verschalken niet zoveel herten, reeën en everzwijnen dat er niets meer overblijft voor de jacht. Ja, het zal wat moeilijk worden om dat wild te vinden, want door de wolf verandert hun gedrag. Ze worden voorzichtiger en leven meer teruggetrokken in de bescherming van de bossen. Jagers zullen er wat meer moeite voor moeten doen, wat hun 'sport' alleen maar uitdagender en interessanter maakt.

De natuur vaart er wel bij

Ook de natuur en de biodiversiteit als geheel varen er wel bij, als wolven zich vestigen. Hun prooidieren richten namelijk in de natuur nogal wat schade aan. Dat verandert als er grote roofdieren zoals wolven in de buurt zijn. De vegetatie kan zich dan herstellen en zo wordt het weer een aantrekkelijke biotoop voor planten en kleinere dieren, zoals insecten en vogels.
Wandelaars in de natuur hoeven de wolf evenmin te vrezen. Het dier is erg schuw en opereert vooral 's nachts. Je mag echt van geluk spreken als je tijdens een wandeling op de Veluwe een wolf te zien krijgt. En als dat dan toch gebeurt willen de specialisten graag dat je het even meldt.
En ook belangrijk: in de natuur HONDEN AAN DE LIJN!

Zie ook: https://www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/leuvenumse-bossen/nieuws/minister-komst-wolf-aanwinst-voor-natuur

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

donderdag 17 januari 2019

Kunnen bossen het klimaat redden?

Als we het debat over verduurzaming en het klimaat volgen, merken we op dat het vooral over technologische inzichten en oplossingen gaat. Kern van al dat gepraat is echter, dat we met z'n allen het CO2 gehalte in de atmosfeer en de oceanen omlaag moeten brengen. De natuur kan dat heel goed. Vooral planten die verhouten zijn daar meesters in, bomen dus. Een enkele boom tegen klimaatverandering inzetten is natuurlijk zinloos. Individuele bomen kunnen het klimaat in hun directe omgeving beïnvloeden. Op wereldschaal hebben we daar bossen voor nodig, grote bossen. Stop ontbossing en plant meer bossen aan. Ze nemen koolstof gratis uit de atmosfeer en je oogst vruchten en hout en bevordert biodiversiteit. Maar dan is het maar de vraag of je zomaar bossen kunt aanplanten. Want investeren in bossen levert qua CO2 absorptie pas over een periode van 80-100 jaar optimaal resultaat. En in die tussentijd kan er nog van alles gebeuren.
Foto Pixabay. Bossen maken zelf wolken die ergens anders voor
een frisse bui zorgen.

Op de eerste plaats speelt de kwestie van 'landroof'. Laat er geen twijfel over bestaan, bossen zijn heel belangrijk. Maar voedsel voor de groeiende wereldbevolking ook. Nu hoeft het één het ander niet uit te sluiten. Recente wetenschappelijke onderzoeken wijzen erop dat duurzame landbouw in combinatie met bomen tot betere opbrengsten leidt. Toch zal er ook grond beschikbaar moeten zijn voor wonen, werken, voedselproductie en natuur en recreatie. En in al deze sectoren kunnen bomen met hun ecosysteemdiensten meerwaarde opleveren. Ook dat is inmiddels voldoende wetenschappelijk onderbouwd.

Het klimaat wordt extremer, dus daarmee ook de bedreigingen voor bossen.

De levenscyclus van bomen beslaat doorgaans twee tot vier mensen-generaties, en meer. Als je nu bomen plant zullen de kleinkinderen en achterkleinkinderen daar het meest profijt van hebben. Dan zijn de bomen (jong) volwassen. Bedenk dat sommige boomsoorten pas met 200 tot 250 jaar echt volwassen zijn. Eiken, bijvoorbeeld. Sommige bomen beginnen rond 150 jaar af te takelen, anderen worden met gemak ouder dan 2000 jaar. In een geëxploiteerd bos moeten we de maximale leeftijd van de bomen houden op 100 tot 150 jaar. Sommige boomsoorten zijn al na 80 jaar kaprijp.  Het gaat dus altijd om afgewogen keuzes en over meerdere generaties. In die tijd kan er veel gebeuren.

Geen gemakkelijk keuze
Het klimaat wordt extremer, dus daarmee ook de bedreigingen voor bossen. Denk aan stormen en langdurige droogte. Beide kunnen grote arealen bos vernietigen. Ook overlast door hoog water, vooral als overstromingen langer duren.  De vraag is dan of bosbouwers bij nieuwe aanplant rekeningen moeten houden met hogere gemiddelde temperaturen en droogteperiodes. Of moeten de bossen uit soorten bestaan die langdurig in het water kunnen staan? Dat zal per locatie verschillen, wat de keuze er niet gemakkelijker op maakt. Bovendien moet de aanplant gespreid worden, zodat de bomen niet allemaal tegelijk kaprijp zijn, maar over een langere periode werk en grondstoffen leveren. En de bossen als zodanig overeind houdt.

Een andere vraag is of je de bossen intensief moet beheren, of juist extensief. Uit onderzoek is gebleken dat de naaldhoutbossen in Midden Europa door intensief beheer meer CO2 hebben geproduceerd dan wat de bomen aan koolstof hebben opgenomen. Dan zijn er boomsoorten die meer ozon produceren dan ze opnemen. Onder andere Platanen zijn daar een voorbeeld van.
Bossen buigen de windstromen af en zullen daardoor een onbeduidende rol spelen bij het filteren van fijnstof en andere ongewenste componenten.
Dan zijn er nog boomsoorten die droogte resistent zijn, maar dat betekent ook dat ze gewoon minder water gebruiken voor hun fotosynthese. Dus minder koeling geven en minder wolken maken.

Extreem weer
Aangezien de aarde hoe dan ook de komende 50 jaar verder zal opwarmen, zullen ook soorten migreren. Zijn de bomen die we nu in Nederland planten over 50 jaar nog wel opgewassen tegen de gemiddelde temperatuur? Of moeten we nu al kiezen voor soorten die dat aankunnen? Hoe presteren die bomen dan in de eerste 50 jaar?

Dat het klimaat warmer wordt en het weer extremere vormen aanneemt is de enige zekerheid die we nu hebben. Hoe dat over de komende decennia verdeeld wordt en hoe dat per locatie uitpakt is echter ongewis. Het valt niet mee om onder deze omstandigheden de juiste beslissing te nemen. En ja, ontbossing moeten we blijven bestrijden en de bos arealen moeten uitgebreid worden. Want de bomen absorberen kooldioxide gratis. Bovendien dragen grotere bossen optimaal bij aan het behoud van biodiversiteit.

Technologie
Hebben de technologen dan ongelijk? Dat is een beetje dubbel. Laten we eerlijk zijn, fotosynthese heeft een bedroevend laag rendement. In calorische termen is dat gemiddeld ongeveer 0,15% van de zon-energie. Zonnepanelen naderen de 30%. En ook aan dat rendement van fotosynthese valt te sleutelen. Zo zijn wetenschappers erin geslaagd om dat flink op te krikken, tenminste in het laboratorium bij tabaksplanten. Dat kan op termijn een goede oplossing zijn voor de voedingsgewassen en daarmee de korte CO2 cyclus (binnen één groeiseizoen).
Groen kan helpen de toename van CO2 in de atmosfeer te remmen, maar als we echt meters willen maken, dan krijgt verlaging van CO2 productie bij de bron de hoogste prioriteit. En daar kan alleen technologie bij helpen.
Kortom, we moeten het ene doen en het ander niet laten.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.