vrijdag 26 januari 2018

De wereld duurzaam voeden

Nog steeds wordt er op veel plaatsen honger geleden terwijl wij verwende Europese consumenten garant staan voor zo'n 30% verspilling van voedsel. Bovendien zorgen de huidige agrarische productie methoden voor slechte kwaliteit voedsel en toenemende druk op het milieu. Het voedsel dat u in de supermarkt koopt ziet er doorgaans perfect uit. Maar niemand realiseert zich dat alles wat niet perfect is, in de keten van boer tot supermarkt is weggegooid. Verder gooien de consumenten nog eens veel voedsel weg omdat het niet wordt opgegeten of in de koelkast ligt te bederven. Bij elkaar zo'n 30% van de totale productie. Ook is vastgesteld dat de voedingskwaliteit van ons voedsel achteruit is gegaan. Er zitten simpelweg te weinig gezonde stoffen in. Dit komt doordat de landbouwgrond dood is en alleen dankzij veel (kunst)mest en gewasbeschermingsmiddelen nog productie levert. Er wordt alleen naar de hoeveel per hectare gekeken en niet naar de voedingswaarde.
Voedselproductie moet anders. Het moet meer natuurinclusief en beter verspreid over de wereld.
Foto: Pixabay

Nederland is na de VS de grootste voedselexporteur van de wereld. Economisch dus een belangrijke sector. Maar ook een sector die een enorme druk op onze leefomgeving legt. Door over te schakelen op natuurinclusieve productie kan de export waarde gehandhaafd blijven, kan het milieu gespaard worden en kan de voedingskwaliteit worden hersteld.

Helaas reageert de agrarische sector in het algemeen op lage prijzen of stagnerende afzet met investeringen in nog meer produceren. Daarmee zakt de prijs verder en stijgen de kosten. Dat zijn vooral kosten voor bemesting en gewas- en veebescherming, zodat de industrie de enige is die eraan verdient.

Biodiversiteit
Heeft u de afgelopen zomers ook al gemerkt dat er veel minder insecten tegen uw auto plakken dan andere jaren? Ja, er zijn simpelweg veel minder insecten. Daardoor zijn er waarschijnlijk veel minder vogels. Maar dit zijn niet de enige voorbeelden van soortenverlies. Dit is het gevolg van verschraling van het buitengebied en daar is de monocultuur in de landbouw een van de grootste veroorzakers van. Het verlies aan biodiversiteit is zelfs terug te vinden in de bodem van landbouw percelen. Het rijke bodemleven waar planten van afhankelijk zijn om goed te groeien is nagenoeg uitgeroeid. Landbouwgrond is dood. Daarom bevatten landbouwproducten tegenwoordig te weinig vitamines en andere voedingselementen die ons lichaam nodig heeft. We moeten niet alleen gevarieerd eten, maar ook méér om gezond te blijven. Of minder eten en aanvullen met voedingssupplementen uit een potje. Ja, technologie heeft overal een oplossing voor. Vooruitgang? U zegt het maar.....

Eet minder vlees. Minder dieren en minder vee betekent ook minder productie van veevoer en zo komt er meer grond beschikbaar voor de productie van 'mensen-voedsel'.

Een gevaar van de grootschalige voedselproductie in monocultuur is de kwetsbaarheid van de productie. Bovendien is het belangrijke oorzaak van ontbossing. Als er grote massa's van dezelfde organismen (planten of dieren) dicht bij elkaar leven hebben plagen vrij spel. Ziekten kunnen in korte tijd grote percelen gewassen of veestapels vernietigen. Om dat te voorkomen, of de kans te verkleinen, worden grote sommen geld geïnvesteerd. Dat zijn vermijdbare kosten, die een grote druk leggen op de bedrijfsvoering. Kijk maar naar de dreiging van vogelgriep en het fipronil schandaal van de voorbije maanden. We zien het nu ook in Zuid-Europa gebeuren dat veel druiven-  en steeds meer olijfplantages het loodje leggen door ziekten waar nog geen remedie voor bestaat. Wen eraan: olijfolie wordt de komende jaren schaars, dus duurder.

Biodiversiteit is erg belangrijk, want in de natuur hangt alles met alles samen. Het zorgt voor evenwicht. Soortenvermindering kan zo op korte en langere termijn grote gevolgen hebben voor onze voedselproductie (dat zien we nu al gebeuren) en onze gezondheid - een indirect gevolg hiervan. Sinds mensen niet meer als jagers/verzamelaars leven gedragen ze zich alsof ze boven de natuur staan. Het wordt tijd om te leren beseffen, dat wij mensen een onbeduidend onderdeel van de natuur zijn. Moeder natuur geeft niet om de soort mensen. Als het haar niet meer aanstaat hoe wij ons gedragen kan zij ons in een oogwenk laten uitsterven. Niets is voor eeuwig, ook de soort mens niet. Wij hebben de aarde in bruikleen en het is onze verantwoordelijkheid die gezond en wel over te dragen aan de generaties die na ons komen.

Red de aarde
Kunnen we die neerwaartse spiraal omkeren? Het zal niet gemakkelijk zijn, maar zoals het gezegde klinkt: verbeter de wereld, begin bij jezelf.
Ons consumentengedrag heeft grote invloed op de productieketen. Om te beginnen zouden we minder moeten verspillen en kromme komkommers en appels met een bruin stipje moeten accepteren. Dan zullen de boeren en supermarkten die ook niet meer weggooien. Koop niet meer dan je nodig hebt, zodat je zelf minder weggooit. Koop ook minder geïmporteerd voedsel. Koop eerder lokaal geproduceerde producten van het seizoen. En eet minder vlees.

De sector zelf kan ook wat doen. Men kan zich meer richten op het lokaal produceren van gewassen en vlees. Daarmee help je mensen in arme landen ook aan inkomen en een betere toegankelijkheid tot gezonde voeding. Zo help je de honger in de wereld te verminderen. Bovendien wordt er dan minder met voedsel heen- en weer geschoven, wat de luchtkwaliteit en het klimaat ten goede komt. Ook zal de hoeveelheid vee verminderd moeten worden. Maar daarvoor is het nodig dat de vraag van consumenten daalt - dat is dus weer onze verantwoordelijkheid. Unieke producten produceren helpt boeren met minder middelen een beter inkomen te verwerven.

Wist u trouwens dat we door zuivelproducten te eten, bijvoorbeeld kaas, het hele systeem van melk- en vleesproductie stimuleren of in stand houden? Melkvee levert alleen melk als ze jongen hebben gekregen (koeien moeten dus eerst kalven). Het grootste deel van de kalveren zal geen melk produceren en gaat naar de slacht. Dus als je kaas eet moet je eigenlijk ook kalfsvlees eten, want voor je stukje kaas zijn er kalveren geslacht. En na enkele jaren neemt de melkproductie van de koe af en kan Antje 2 ook naar het slachthuis. Weer komt er vlees in omloop, dankzij de melkveehouderij

Minder vee betekent ook minder gewassen die als veevoer dienen. Een erg groot deel van landbouwgrond wordt nu nog gebruikt voor de productie van veevoeder gewassen. Die grond is dus niet beschikbaar voor de productie van 'mensen voedsel'.

En ja, ook technologie kan ons helpen. We moeten dan minder afwijzend staan tegenover genetische modificatie. Er zijn snel gewassen nodig, die minder kwetsbaar zijn tegen ziekten en beter tegen droogte, verzilting of juist vernatting kunnen. Het klimaat verandert zo snel dat veel planten het niet meer kunnen bijbenen en uitsterven. Zowel de grootschalige landbouw als het klimaat zorgen nu al voor een verschraling van het aantal voedsel plantensoorten. Technologie kan dat verhinderen en zo belangrijke voedselgewassen van de ondergang redden.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

dinsdag 9 januari 2018

Waarom moet Nederland de wereld voeden?

Dat de agrarische sector in Nederland op een heel hoog niveau staat is in de hele wereld bekend. Onze boeren en tuinders produceren topkwaliteit, ook al vinden sommige Duitsers dat onze tomaten "Wasserbomben" zijn, op de schaars beschikbare grond wordt een hoog rendement gecombineerd met uitstekende producten. Je zou zeggen dat het onze boeren dan voor de wind moet gaan. En ja, er is momenteel wel wat verbetering, maar het is nog lang niet wat men zou willen. Hoe komt dat?
Uit de Atlas Leefomgeving (RIVM) 8 januari 2018

En hoe leidt onder andere agrarische activiteit tot zoveel luchtvervuiling?
(zie de kaart hiernaast)

Veel boeren gebruiken hun uitstekende kennis om op grote schaal monoculturen te verbouwen. Dan heb je lage kosten en hoge opbrengsten. Denkt men...! Het gevolg is overproductie en een grotere kwetsbaarheid. Waarom krijgen de boeren voor hun uien zo weinig geld? Simpel, omdat ze allen tegelijk en masse hetzelfde product oogsten en op de markt brengen. Dat drukt de prijs. Een simpele economische wet. Schaarste zorgt voor hogere prijzen. Maar daar durven veel boeren niet aan. Ze kiezen vaak voor harder werken en meer produceren.

Wie die stap wel maakt en producten levert met een eigen uniek karakter, ervaart dat er meer mee verdiend wordt. Boeren die zich richten op de productie van bijvoorbeeld streekproducten verdienen meer met minder producten. Voorbeeld: Door streekeigen kaas te maken in coöperatief verband kun je met minder koeien meer geld verdienen. En de natuur wordt minder belast met stikstoffen, CO2 en fijnstof. Ze bedienen de markt met een uniek en waardevol product voor de lokale bevolking en (eventueel) toeristen. Dit is ook wat consumenten en supermarkten vragen.

Bemesting
Biologisch geschoolde boeren en tuinders weten, dat voor een goede opbrengst het niet nodig is om veel mest op het land te brengen. En zeker geen kunstmest. Waar dat wel gebeurt is de grond dood. Er is geen bodemleven, laat staan een natuurlijk evenwicht. In de producten ontbreken typische en noodzakelijke voedingsstoffen, simpel omdat die ook in de grond ontbreken. De groente  die je nu in de supermarkt koopt bevatten minder voedzame stoffen dan er eigenlijk in horen te zitten.

Om de bodem weer in evenwicht te brengen is het belangrijk om de natuur op en rondom het perceel op orde te brengen. Het natuurlijk evenwicht te herstellen. Dan helpt de natuur de boer en tuinder om een goede opbrengst te behalen. En de natuur doet dat gratis.

Veeteelt
Een ander discussiepunt is de intensieve veehouderij in ons land. Ook hier is sprake van monoculturen die de bedrijfsvoering extra kwetsbaar maken. Daarnaast is de mestproductie een groot probleem. Waarheen daarmee? Juist, op het land. En die overvloed aan mest doodt het bodemleven, waardoor er nog meer mest en chemie nodig is om een redelijk opbrengst van het land te halen. De enige die rijk worden van deze manier van veeteelt zijn de dierenartsen en de chemische bedrijven. De boeren zitten in de tang, zijn afhankelijk en moeten betalen terwijl de marges toch al zo krap zijn.
Waarom moet Nederland heel de wereld van varkensvlees en eieren voorzien?  Is het niet verstandiger om voedsel lokaal te produceren en de boeren daar ook een kans te bieden om een redelijke boterham te verdienen?

Schaalverkleining leidt tot betere prijzen, minder mest en
minder vervuiling.

Schaalverkleining in de veeteelt leidt tot betere prijzen. Nederland moet dan niet op grote schaal uit goedkope landen importeren. Dat is het probleem verschuiven en voor de Nederlandse boeren reden om toch op schaalvergroting te blijven inzetten. Schaalverkleining leidt ook tot minder mest en minder lucht- en watervervuiling.

Export
En hoe zit het dan met export? Dat is toch de motor van onze economie en daar dragen ook de boeren een belangrijk steentje aan bij. Schaalverkleining in de landbouw hoeft de export niet te schaden. Gewoon een kwestie van slimme marketing. De volume neemt wel af, maar met unieke en kwalitatief hoogstaande landbouwproducten kan Nederland er nog even veel aan verdienen. Misschien wel méér.

Wetenschappers benadrukken dat de hele Nederlandse landbouw op de schop moet. Hoe het beter kan, dat weten ze al. Op de Wageningen Universiteit zijn ze daar al een tijdje mee bezig. En een handje vol agrarische ondernemers durft de handschoen op te pakken, vooral in het buitenland. Het is alleen nog wachten op de boeren die durven innoveren en via kleinschaligere producten niet alleen goed werk doen voor de natuur, maar vooral ook voor hun eigen portemonnee. Dat kwartje is nog niet overal gevallen.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.