dinsdag 11 april 2017

Biologische gewasbescherming wint in EU

De industrie wil ons laten geloven dat we in de toekomst de groeiende wereldbevolking niet kunnen voeden zonder de inzet van chemische gewasbescherming. Dat is beslist niet het geval, zij maken onze voedselvoorziening alleen maar meer afhankelijk van hun diensten en producten. Het mensenrechtencomité van de VN heeft middels een rapport stelling genomen voor de overtuiging dat biologische bestrijdingsmiddelen zeer goed in staat zijn om de wereldbevolking te voeden zonder die chemische middelen.
Foto: Pixabay

Tegelijk heeft het Europees Parlement recent een motie aangenomen om biologische bestrijdingsmiddelen met een laag milieu risico versneld op de markt toe te laten.

In de toekomst kunnen we met gemak de groeiende wereldbevolking voeden, en dat nog wel tegen lagere kosten.

Bij Wageningen Universiteit & Research gaat ook de vlag uit. Zij hebben kort geleden samen met bedrijven uit de sector een omvangrijk rapport gepubliceerd over de biologische middelen die nu al ter beschikking staan.

De auteurs van dat rapport zien een viertal gradaties van biologische gewasbescherming:

  1. De grootste en economisch meest waardevolle categorie zijn de middelen die Moeder Natuur ons zelf te bieden heeft. Dit zijn de ecosysteemdiensten.
  2. Verder moeten wij als mensen deze ecosysteemdiensten gericht gaan stimuleren en beschermen.
  3. De derde stap zijn de biologische bestrijders. Denk aan sluipwespen en andere predatoren van plaaginsecten.
  4. Tot slot de commerciële biologische bestrijding op grote schaal met (gekweekte) ongewervelde organismen, die worden losgelaten op plekken waar zich een plaag dreigt voor te doen.
Biodiversiteit
De markt voor biologische gewasbescherming ten opzichte van de chemische tegenhanger is nog maar klein, ongeveer 2%. Maar van die chemische middelen moet in Europa ongeveer de helft binnenkort van de markt worden gehaald. De biologische sector vult dat gat in rap tempo aan met een jaarlijkse groei van ongeveer 15%. Een kentering naar biologische gewasbescherming is dan ook duidelijk zichtbaar.

De vermindering het gifgebruik komt de biodiversiteit ten goede. Die wordt er aantoonbaar rijker van. En dat is op zijn beurt weer een belangrijke voorwaarde om de biologische gewasbescherming verder te ontwikkelen. In Wageningen is al eerder een positief verband gelegd tussen biodiversiteit en ecosysteemdiensten enerzijds en de agrarische productie anderzijds. Denk onder andere aan een rijker bodemleven in de akkers.

Bewuste Landbouw
Moeten we dan massaal overstappen op biologische landbouwmethodes?  Volgens de wetenschappers heeft de middenweg meer kans van slagen. Ze noemen het "Bewuste Landbouw". Daarin werken de landbouw en de rest van de keten samen, met respect voor de omgeving en de natuurlijke hulpbronnen. Bij de conventionele landbouw staat winstmaximalisatie voorop, zonder rekening te houden met de gevolgkosten voor milieu en volksgezondheid.

Als bewuste landbouw op grote schaal wordt ingevoerd zullen we in de toekomst met gemak de groeiende wereldbevolking kunnen voeden, en dat nog wel tegen lagere kosten. De VN en de EU hebben daar nu een eerste (politieke) stap voor gezet.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

Duurzaam koopgedrag is een illusie

Jij en ik bepalen of de winkelketens producten aanbieden, die geproduceerd zijn met respect voor mens en natuur. En uit een recent onderzoek blijkt dat we als consument daarin tekort schieten. Aan 1537 mensen werden vragen gesteld over de 100 bekendste retailers in Nederland. Met name over de kracht van het (winkel)imago. 

Elk merk is op 40 factoren onderzocht: merkkracht (= bekendheid, waardering en binding), merkpersoonlijkheid (16 factoren), merkprestatie (18 factoren), aankoopintentie, aankoop en groeiverwachting.
De resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd op MarketingOnline.

Planet Earth first
Opvallen in dit onderzoek is dat Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen (MVO), met andere woorden met respect voor mens en natuur, op de laatste plaats (18) staat. Duurzaam koopgedrag is dus een illusie

Ondernemers verkopen ons met plezier wat wij als consument vragen. De grote ketens moeten de massa bedienen en die massa heeft lak aan duurzaamheid en milieu, zo blijkt. De massa vindt andere zaken belangrijk: 
  • goede prijs/kwaliteit verhouding
  • vriendelijk personeel
  • aantrekkelijke aanbiedingen
  • goede bereikbaarheid
  • vriendelijke sfeer.
Dit zijn de vijf belangrijkste drijfveren om voor een bepaalde winkel te kiezen. Desondanks nemen enkele vooraanstaande ondernemingen hun verantwoordelijkheid.

Maatschappelijk ondernemen
Slechts een paar ondernemingen durven het aan om ook maatschappelijke kwesties en duurzaamheid op het winkelconcept toe te passen. Twee bekende voorbeelden zijn Holland & Barrett en IKEA. Natuurlijk zijn er meer, maar die opereren veelal in de niche. Maatschappelijk ondernemen is niet sexy en veel mensen denken dat zulke bedrijven te duur zijn. Onterecht als je bedenkt dat bijvoorbeeld IKEA en LIDL duurzaamheid hoog op de agenda hebben staan. Dit zijn toch geen bedrijven die een duur of exclusief imago hebben? Hier is toch sprake van een goede prijs/kwaliteit verhouding? Die twee uitersten in deze ranglijst kunnen toch goed samengaan? En bij deze twee is "goede bereikbaarheid" ook niet aan de orde, tenminste, de winkels liggen niet bij ieder om de hoek. Steeds meer ondernemingen ondervinden dat duurzaamheid op termijn belangrijke voordelen heeft op het gebied van kostenbeheersing en het voortbestaan.

Maar ja, de consument (de massa) vraagt niet om MVO. Boeit niet. En daarom zijn veel succesvolle ketens er ook niet mee bezig. We hebben nog een lange weg te gaan.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Blijf op de hoogte en abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.