donderdag 14 juli 2016

Het natuurtekortsyndroom

Het klinkt als een medische term, natuurtekortsyndroom. Het is echter een vrije vertaling van "Nature Deficit Distorder", een term die de Amerikaanse journalist Richard Louw in zijn boek "Last Child in the Wood" introduceerde en is sindsdien een eigen leven gaan leiden. Louw beschrijft in zijn boek dat kinderen van 6-12 jaar, die geen ervaring met de natuur opdoen het meest kwetsbaar zijn.
Kind in de natuur. Foto Pixabay.nl

Vervolgonderzoek liet zien dat dit liefst 11% van de kinderen in die leeftijdscategorie betrof. Dit zijn kinderen die nooit (letterlijk nooit!) in aanraking komen met de vrije natuur. Dan is er natuurlijk een hele grote groep tussen "nooit" en "regelmatig". Welke gevolgen heeft dat?

  • Gebrek aan beweging. Niet samen buiten spelen en op 'avontuur' gaan. Deze kinderen zitten gemiddeld 12 uur per dag. Samen met verkeerde voeding is dat de voornaamste bron van overgewicht bij kinderen.
    Enfin, Pokemon Go krijgt ze tegenwoordig in elk geval van die stoel af.
  • Contactgestoord en anti-sociaal gedrag. Samen de natuur in vergroot het groepsgevoel. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Ze leren dat er iets is dat machtiger is dan zijzelf en dat ze elkaar nodig hebben om "het leuk te houden". Dat zorgt ook voor ontspanning.
  • Verhoogde stress en gevoeligheid voor ziekten en allergieën. Dit heeft, samen met overgewicht, onder andere tot gevolg dat de nu opgroeiende generatie een kortere levensverwachting heeft dan hun ouders.
Kinderen die te weinig met de natuur in aanraking komen, leren niet hoe Moeder Aarde functioneert. Ze leren niet dat mensen maar een onderdeel van de biodiversiteit zijn. Ook goede aardrijkskundeles zal ze dat niet bijbrengen, ze moeten het aanvoelen en beleven - in de natuur. Door NDD ontwikkelen zij geen respect voor de natuur en dat kan een bedreiging voor de Aarde en het klimaat in de toekomst vormen. De Canadese natuurdeskundige Robert Bateman formuleert het zo: "Als je iets niet kent, het geen naam kunt geven, hoe kun je er dan van houden en het willen beschermen?"

Kinderen zitten gemiddeld 12 uur per dag


Natuur en milieu educatie Weert
Als natuurgids hoor ik maandelijks verslagen over onderwijsprojecten van het NMC Weert in samenwerking met de schoolgidsen van het IVN. Juist die kwetsbare groep van 6-12 jarigen komt vrijwel dagelijks over de vloer voor op maat gesneden natuurlessen, zowel binnen als buiten. Kinderen zijn uiterst gemotiveerd en belangstellend. Ze willen het leren en meemaken. Het is nieuw, leuk en spannend tegelijk. Zo horen begeleiders weleens, als een buitenles wegens slecht weer afgelast wordt, dat kinderen tegen elkaar fluisteren: "Dan doen wij dat zaterdag toch zelf..." 
Vooral jongens zijn dol op dit soort avontuur in het groen. En als bijeffect is inmiddels ook aangetoond, dat met name jongens die geregeld in de natuur optrekken betere schoolprestaties leveren. Dit is overigens ook de reden waarom er steeds vaker gepleit wordt voor vergroening van schoolpleinen.

Ook verantwoordelijkheid van de ouders
Tot slot nog een opmerking van Prof. Elizabeth Dickinson (Chapel Hill): "NDD is niet zozeer het gevolg van te weinig tijd in de natuur, maar komt vaak door de onverschillige of zelfs angstige houding van de ouders."
Dan ligt er tegelijk een zware druk op het onderwijs, om kinderen die ervaring wel te bieden. Het voorbeeld van Weert laat zien dat kinderen dat erg fijn vinden en er wél bij varen. Juist die klassikale aanpak stimuleert het groepsgevoel en de wil om samen op ontdekkingsreis te gaan, bijgestaan door deskundige begeleiders. De natuur is niet eng, als je de weg weet en weet hoe je je moet gedragen is het juist fijn en ontspanning. 
Dat is in het verkeer net zo. Als je niet leert ermee om te gaan, ben je een gemakkelijk slachtoffer. Het verschil is dat het je in het verkeer in een fractie van een seconde kan overkomen en fouten maken in de natuur vaak pas na lange tijd rampzalige gevolgen kan hebben.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

vrijdag 8 juli 2016

Hoe schimmels bomen helpen CO2 te verminderen

In het artikel over fotosynthese heb ik beschreven hoe planten CO2  en water gebruiken om koolhydraten te maken. Daarmee dragen planten bij aan het verminderen van koolstofdioxide in de atmosfeer, zodat het met de opwarming van het klimaat niet nóg meer uit de hand loopt. De vraag is dan ook, kunnen planten méér CO2 opnemen en daardoor harder groeien? En hoe werkt dat dan? In de tuinbouw gebeurt dit toch ook? Hoe zou je dat op de natuur kunnen toepassen?

Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen zochten een antwoord en hielden daarvoor 83 verschillende studies tegen het licht. Conclusie: Planten groeien inderdaad beter met meer CO2, mits er ook voldoende stikstof aanwezig is. Maar daar hebben de planten wel de hulp van schimmels voor nodig. Meer bepaald, mycorrhiza schimmels. Die helpen namelijk de wortels bij het toegankelijk maken van water en meststoffen.

Alles in de natuur hangt met alles samen. Best complex en een hele uitdaging om het te begrijpen. In elk geval blijkt ook hier weer, dat voor bomen het bodemleven erg belangrijk is en dat dit vaak onderschat wordt. Begrijpelijk misschien, want wat onder de grond zit, zie je niet. Mensen zijn visueel ingesteld en dan springen stam en kroon van een boom het meest in het oog.

Symbiose
Planten (dus ook bomen) halen water, stikstof en mineralen uit de bodem. Dat is nodig voor hun stofwisseling. Daarvoor wordt samengewerkt met schimmels. De boom kan samenwerken met diverse soorten schimmels, want ze zijn niet allemaal overal even goed in. Ecto-mycorrhiza bijvoorbeeld zijn niet zo goed in het opnemen van fosfor, wel in stikstof. Bij arbusculaire mycorrhiza is dat juist andersom.

Hoe kunnen schimmels planten helpen
extra CO
2 te verwerken?

Esdoorns werken bij voorkeur samen met arbusculaire mycorrhiza. Beuken en eiken verkiezen ecto mycorrhiza. In uitzonderlijke situaties blijkt dat planten bij lage stikstof concentraties toch in staat zijn om te profiteren van extra CO2. Wetenschappers vroegen zich af hoe dit kon? Hier blijken juist de ecto-mycorrhiza een speciale rol te spelen. Bij arbusculaire mycorrhiza is dit effect niet vast te stellen.

De ecosystemen op het land nemen ongeveer 30% van door mensen geproduceerd CO2 op. Als de wetenschappers beter begrijpen hoe de symbiose met ecto-mycorrhiza werkt, is het misschien mogelijk om met hulp van deze schimmels dat percentage nog wat op te krikken.

Hoe dan ook, meer groene natuur is onmisbaar om de almaar stijgende CO2 concentraties af te remmen en de klimaat opwarming in bedwang te houden. Daar mag best een schepje bovenop.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

vrijdag 1 juli 2016

Welke planten kunnen je kamer zuiveren?

Deze blog besteedt aandacht aan de relatie groen (planten) en welzijn en gezondheid. En vaak gingen de artikelen over het groen buiten. We mogen echter niet de ogen sluiten voor de rol die planten binnenshuis hebben.
Gewoon thuis, in je woonkamer, maar ook op kantoor of de werkplaats.
Waar planten buiten vooral een rol spelen bij het filteren van fijnstof en gasvormige verontreinigingen, gaat het bij kamerplanten vooral om ongewenste gassen. Gassen die van nature in een gebouw aanwezig zijn, maar een slechte invloed hebben op ons presteren en onze gezondheid.
Spathiphyllum, erg veelzijdig
De NASA heeft met het oog op langdurige ruimtereizen onderzocht welke planten op dit vlak het beste presteren.
Er zijn diverse websites waar de resultaten van dit onderzoek besproken worden. Vaak zijn het plantenverkopers, waar je die kamerplanten ook direct kunt kopen.
Hier een korte weergave van wat NASA hierover gepubliceerd heeft.
Lees ook hoe planten het werkklimaat op kantoor verbeteren en de productiviteit helpen verhogen: e-book Bookboon.com

Spathiphyllum
Een bekende verschijning in woonkamers en kantoren is de Spathiphyllum, ook wel lepelplant genoemd. Deze plant uit de aronskelkfamilie zet je het beste in de halfschaduw. Hij doet het prima bij temperaturen tussen 15 en 23 graden. Deze plant komt in het Zuid-Amerikaanse regenwoud in het wild voor. Daarom houdt hij niet alleen van halfschaduw, maar ook van een vochtig klimaat.
De luchtfilter eigenschappen van Spathiphyllum zijn opmerkelijk. Uit het NASA lijstje is dit de meest veelzijdige plant. Hij filtert de volgende gassen uit de ruimte:
Aceton, methanol, ethylacetaat, benzeen, ammoniak, trichloorethyleen, formaldehyde en xyleen.

Phoenix roebelenii
Deze dwergdadelpalm kan tot 2,5 meter hoog worden. De fijn geveerde bladeren kunnen 1 meter lang worden. Je moet er dus wel de ruimte voor hebben. Oorspronkelijk komt deze palm uit Florida. Hoewel hij dadelpalm wordt genoemd, zijn de vruchten niet eetbaar.
Als luchtfilter pakt hij alleen xyleen aan.

Hedera helix
Beter bekend als klimop. Deze plant kennen we vooral als klimplant en soms ook wel als bodembedekker. De foto hiernaast is in mijn tuin gemaakt, waar de klimop ruim 23 vierkantemeter tuinmuur bedekt. Deze klimplant heeft een enorme groeikracht, dus de snoeischaar komt met enige regelmaat in actie.
Klimop
Buiten, tegen muren is de klimop een geweldige fijnstof filter. Tegen gebouwen groeiend is klimop ook een uitstekende isolator: in de zomer houdt hij zonnewarmte tegen en in de winter voorkomt hij warmte-uitstraling.
Binnenshuis wordt klimop vooral als gasfilter gewaardeerd. Hij filtert gassen als formaldehyde, trichloorethyleen en benzeen uit de lucht. Dit zijn typisch gassen die door meubels, kunststoffen en schoonmaakmiddelen in de ruimte komen.

Nephrolepis exaltata 
Bij het tuincentrum ook bekend als bostonvaren. Deze tropische varen wordt in meerdere variëteiten als kamerplant gekweekt. Hij kan tot een flinke bos uitgroeien en door het gerimpelde blad ziet het er volumineus uit.
De bostonvaren verwijdert formaldehyde uit je kamer.

Ficus macleilandii Alii 
Deze Aziatische plant is verwant aan de rubberbomen. Hij vraagt nogal wat leefruimte, maar kan met zijn langwerpige bladeren een drietal gassen effectief uit de ruimte filteren: Trichloorethyleen, benzeen en formaldehyde.
Daarnaast zal hij door verdamping via de bladeren het binnenklimaat op een aangenaam niveau houden.




Deze planten zorgen voor een aangenaam binnenklimaat en filteren schadelijke gassen uit de lucht.


Dracaena deremensis 
Deze Afrikaanse plant houdt van halfschaduw bij kamertemperatuur. Hij kan een behoorlijk volume krijgen en is daardoor in staat voor een goed binnenklimaat te zorgen. Wel opletten met huisdieren, hij is giftig voor honden en katten.
Deze dracaena filtert formaldehyde, trichloorethyleen en benzeen uit de lucht.

Ficus robusta 
Deze robuuste rubberplant met grote bladeren kan uitgroeien tot een heuse boom. Binnenshuis zal dat zo'n vaart niet lopen, maar tot het plafond haalt hij het met gemak in een paar jaren. Door zijn grote bladeren is de uitstoot van vocht redelijk groot, wat bijdraagt aan een aangenaam binnenklimaat. Verder rekent deze ficus alleen met formaldehyde af. 

Chamaedorea seifrizii 
De uit Centraal Amerika afkomstige "bamboe palm" kan eveneens een behoorlijk omvangrijke plant worden. Tot bijna 2 meter hoog. Je moet er dus wel de ruimte voor hebben.
Gassen die deze plant uit je kamer filter zijn formaldehyde, benzeen en trichloorethyleen. 

 Rhapis excelsa
 Deze bekende kamer palm komt oorspronkelijk uit Aziatische regenwouden. Die houdt dus ook van halfschaduw en voelt zich prima bij kamertemperatuur. 
Deze plant maakt korte metten met tolueen, formaldehyde, xyleen en ammonia.

Areca palm
Tot slot de areca, ook bekend als goudpalm. Een robuuste kamerpalm die de lucht schoon en vochtig houdt. Zijn roots liggen in Madagaskar. Hij houdt van veel licht, maar niet direct in de zon.  Heb je deze plant in huis of op kantoor staan, dan zorgt hij niet alleen voor voldoende luchtvochtigheid, maar filtert ook tolueen, benzeen, formaldehyde en trichloorethyleen uit de lucht.

Bromelia
Nu voegt de universiteit van New York ook de bromelia aan dit lijstje toe. Zes van de acht stoffen die het sick building syndroom veroorzaken worden door de bromelia uit de lucht gefilterd.

Met deze planten kun je dus het 'sick building syndroom' buiten de deur houden. Thuis is het goed uit te houden en doordat planten in het algemeen, maar deze soorten in het bijzonder, voor een aangename sfeer en gezonde lucht zorgen, ga je op het werk ook beter presteren. Een plantje op kantoor kan de arbeidsprestatie van werknemers tot 15% verbeteren. (meer lezen)
Een goede investering dus.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.