vrijdag 4 maart 2016

Waarom groen sociale veiligheid bevordert

Stel je voor, je loopt in het donker door het bos. Voelt dat goed? Als kind was ik met een atletiekgroep geregeld in een bos aan het lopen. Als het donker werd, was ik bang. Nu zijn kinderen wel vaker bang in het donker, maar al die donkere schaduwen benauwden me. Typisch een voorbeeld van een gevoel van sociale onveiligheid. Er is ook nooit iets gebeurd. We waren met een groep en er waren echt geen engerds in dat bos.
Open structuur geeft veiliger gevoel.

Dit voorbeeld illustreert de tegenstrijdigheid als we het hebben over sociale veiligheid en groen in de leefomgeving. Om maar met de deur in huis te vallen, groen maakt de omgeving juist veiliger. Gevoelsmatig kan dat soms anders liggen, maar de werkelijkheid is anders.Groen vergroot niet alleen de veiligheid, veel mensen voelen dat ook zo.
Je veilig voelen is een onderdeel van gezondheid en welzijn, het verdient daarom onze aandacht.

Nu iets genuanceerder.
Een groene omgeving zorgt voor stressvermindering en meer sociale interactie. Tegelijk zien we in onderzoeken dat juist daardoor in groene omgevingen minder criminele incidenten plaatsvinden. Minder...... je kunt het dus nooit 100% uitsluiten. Groen of grijs beton, incidenten blijven. Jammer dat de media zulke incidenten in een groene ruimte vaak uitvergroten, wat bij sommige mensen het gevoel van onveiligheid ten onrechte voeding geeft. Dan gaat het met name om de kwetsbaren in de samenleving: vrouwen, ouderen en etnische minderheden. Dit leidt ertoe dat deze mensen groene ruimten gaan mijden. Daarmee doen ze zichzelf tekort.

Potentiële hinderlagen

Er is ook een verschil tussen de (sterk) verstedelijkte omgeving en het platteland. Buiten de stad is men gewend aan het groen. Meer groen leidt hier niet direct tot een veiliger gevoel. Minder groen leidt wél tot een gevoel van onbehagen en gemis aan welzijn. Stedelingen zijn meer op zichzelf, hebben van nature minder vertrouwen in de medemens. Dat wantrouwen is mogelijk mede de reden voor minder sociale interacties in de steden. Omdat de criminaliteit in steden groter is dan op het platteland, heerst in de stad ook de angst dat groen onveiligheid bevordert en criminaliteit faciliteert. Dit beeld blijkt niet te kloppen met de werkelijkheid.

Dit leidt ertoe dat deze mensen groene ruimten gaan mijden. Daarmee doen ze zichzelf tekort.

Stedelingen, en dan met name de kwetsbare groepen, zien in groene ruimten vaak potentiële hinderlagen, van waaruit onverlaten passanten bespieden, overvallen en aanranden. In de praktijk blijken portieken, steegjes en parkeergarages die dreiging eerder waar te maken. In groene ruimten gebeurt dit veel minder. Triest maar waar, mensen met criminele intenties zijn vaker op plaatsen waar geen bomen en struiken groeien. Zulke incidenten zijn alleen met meer sociale controle in te dammen. Niet door bomen en struiken op te ruimen.  Meer groen vermindert stress en bevordert sociale interactie. Ook dit is een pleidooi voor meer groen in de stad.

Open structuur

Groene ruimten bevorderen de sociale cohesie en werken stress reducerend. De overheid houdt wat dit betreft de vinger aan de pols en laat iedere 2 jaar een landelijk onderzoek houden, waarbij 90.000 mensen telefonisch geïnterviewd worden. Zo krijgt men een beeld over de gevoelde veiligheid of onveiligheid en hoe groen een rol kan spelen bij de werkelijke sociale veiligheid binnen en buiten de steden. 

In tegenstelling tot de algemene opinie, leidt dit tot het inzicht dat ook kwetsbare groepen zich feitelijk niet onveiliger voelen in groene ruimten. Zeker als dat groen een open structuur heeft: als er een goede balans is tussen gras en bloemperken enerzijds en bomen en struiken anderzijds. Groene ruimten moeten transparant zijn en goed worden onderhouden. Dat laatste geeft het gevoel dat mensen van goede wil ermee bezig zijn. Een wildernis wordt eerder als bedreigend ervaren, dat is aangeboren, ons oerinstinct.
Zichtbaar toezicht in de vorm van stadshandhaving of de boswachter kan het gevoel van veiligheid nog versterken. Ook is het goed, als er voldoende open ruimte is tussen paden of wegen en de dichtstbij staande bomen en struiken. Overzicht en doorkijk heeft de angstige wandelaar/fietser een veiliger gevoel.

Groene ruimte, denk aan parken en plantsoenen, in steden nodigt uit tot buitenactiviteiten. Mensen ontmoeten elkaar en dat zorgt ook in de steden voor meer sociaal contact. Er is minder eenzaamheid. Daarmee neemt welzijn en gezondheid toe. Deze sociale interactie mag niet belemmerd worden door dichte groene structuren, waar kwetsbare mensen zich mogelijk onveilig voelen. Als de gemeenten in parken en plantsoenen voor een open structuur zorgen, neemt het welzijn, de gezondheid en de (gevoelde) veiligheid in de steden toe. Een investering die zich op termijn vertaalt in lagere kosten voor psycho-sociale bijstand en WMO.

Iedere medaille heeft een keerzijde. Om van het goede te kunnen genieten, moeten we incidenten een plekje geven. Het helpt dan niet als de media zulke incidenten uitvergroten en daarmee het gevoel van onveiligheid juist voeden. Het zijn incidenten. waarvoor zieke geesten verantwoordelijk zijn, en niet de bloemetjes en de bijtjes, bomen en struiken.

Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn
Abonneer je op de nieuwsbrief: http://eepurl.com/bRSGNP
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.

Geen opmerkingen: