In een groot deel van de Nederlandse bossen domineert de grove den. Dat is mede te danken aan de Limburgse mijnen van weleer. Grove den heeft namelijk als bijzondere eigenschap dat het luid kraakt als het hout onder druk komt te staan. Ideaal voor het stutten van mijngangen, want als er instorting dreigt zullen de stammen en balken ruim van te voren een luide waarschuwing laten horen. Maar je doet deze boomsoort te kort als je hem bestempelt als plantageboom voor de mijnen.
De grove den is ook in Nederland een inheemse soort. Een dankbare soort zelfs, want hij groeit goed onder de meest barre omstandigheden. Op droge zand, zoals op de foto hiernaast, op vervuilde grond, in zure veengrond en zelfs bij natte broekbossen. De grove den voelt zich overal thuis.
Toegegeven, de dennenplantages die destijds voor de mijnbouw zijn aangelegd verdienen geen schoonheidsprijs. De bomen staan te dicht op elkaar en drijven zichzelf en de buren in snel tempo naar het licht. Het gevolg is dat je hoge kale boomstammen krijgt met een armzalige kroon bovenin. Die hevige concurrentiestrijd is te verklaren door het feit dat de naalden van de grove den heel veel honger naar licht hebben. Vooral in hun jeugd. Dan bestaat wel de kans dat ze verdrongen worden door berken of eiken.
Dat terreinbeheerders hebben besloten om bestaande percelen uit te dunnen is daarom te verdedigen. Zo'n mooie boom zoals op de foto vind je niet in de bossen en wordt vliegden genoemd. Dit betekent niets anders dan dat hij niet door mensen is gepland, maar uit aangevlogen zaad is opgegroeid. De zaden van de grove den bevatten een vleugel en kunnen over grote afstanden door de wind verspreid worden. Bij uitgedunde bossen zie je dan ook al snel nieuwe bomen ontkiemen. Door hun massale opkomst en groeisnelheid kunnen ze zelfs met berken concurreren. Maar in de schaduw van sparren, eiken en beuken kan de den zich niet ontwikkelen.
In sommige bossen worden de dennen helemaal verwijderd om plaats te maken voor inheemse loofbomen. Of om ruimte te scheppen voor kale heide of grasland. Dit vergt veel onderhoud, want als je niets doet ontstaat er al snel opnieuw bos en het ligt voor de hand dat de in de bodem aanwezige zaden het type bos zullen bepalen: dennen en berken, beide pionier soorten.
De zwakke concurrentiekracht van dennen verklaart waarom deze soort vaak groeit op arme grond, waar de meeste boomsoorten niet gedijen. Ze kunnen zelfs bosbranden en stormschade goed doorstaan en eisen in de herstelperiode dan ook direct ruimte voor zichzelf op.
Biodiversiteit
Ook al hebben grove dennen niet veel nodig om te overleven, ze vormen een belangrijke biotoop voor talrijke andere soorten. Dennenbossen dragen in belangrijke mate bij tot de biodiversiteit. Volgens een onderzoek van Natuurmonumenten worden in dennenbossen liefst 172 insectensoorten gevonden. Dit staat nog los van talrijke vogels, zoogdieren, reptielen, schimmels, etc. Denk daar maar eens aan als je weer in zo'n saai dennenbos wandelt. Je ziet er misschien zoveel van, maar het krioelt er boven en onder de grond van het leven.
Om van een bos te genieten moet je leren al je zintuigen te gebruiken.
Dat de meeste wandelaars op hun wekelijkse rondgang door het bos weinig van de rijke biodiversiteit zien is niet zo verwonderlijk. De aanwezigheid van zoveel roofdieren (wandelaars en hun honden - vaak niet eens aangelijnd) verstoort de rust in het bos. Wie vluchten kan, neemt de benen en anders kunnen de dieren zich heel goed verstoppen. Bovendien is het ook een kwestie van kijken. Oog hebben voor wat er leeft in een bos kun je leren. De meeste mensen nemen niet de moeite om goed te kijken en te luisteren. Vogelliefhebbers weten doorgaans precies wat er rondvliegt in het bos. Niet omdat ze al die vogels gezien hebben, meestal hebben ze ze alleen gehoord. Ook sporen vertellen wat er in het bos leeft. Om van een bos te genieten moet je leren al je zintuigen te gebruiken.
Nog even terug naar de dennenbomen. Ze hebben dus weinig nodig om gezond te groeien en kunnen vooral de voedingsarme en verzuurde, te natte en te droge gronden verrijken. Toch zijn deze bomen bedreigd, want ze kunnen niet zo goed tegen een overvloed aan stikstoffen. Als er niets wordt gedaan een de overdadige stikstofuitstoot van vooral de veeteelt, zullen in de buurt van zulke agrarische bedrijven de zo standvastige dennenbossen toch afsterven. Dat is pas verarming van de natuur.
Deze blog is een voortzetting van het boek Duurzaam groen en welzijn Gratis voor donateurs van Stichting Groen Weert. (www.groenweert.nl)
Blijf op de hoogte en abonneer je op updates door rechtsboven je e-mailadres in te vullen.
Deel dit bericht met je netwerk via onderstaande buttons.