Hallo, wij zijn twee paardenkastanjes en wij wonen hier al
meer dan 100 jaar.
Toen we nog klein waren bestond dat gebouw achter ons nog
niet. Hier was toen een kloostertuin, van de nonnen.
Wij doen heel goed werk voor de mensen en dieren om ons
heen. Dat doen we met onze blaadjes. Daar hebben we er heel veel van. Als je ze
op de grond naast elkaar legt heb je drie voetbalvelden nodig. In die blaadjes
zitten groene fabriekjes, die heel belangrijk werk doen. Ze doen aan fotosynthese.
Onthoud die naam FOTOSYNTHESE. Dat is echt belangrijk voor al het leven op
aarde.
Die groene fabriekjes maken van koolstofdioxide een soort
suiker. Op de televisie hoor je vaak ook praten over C-O-2, dat is hetzelfde. Dat
is een gas dat in onze ademlucht zit en het bestaat uit koolstof en zuurstof.
De blaadjes halen de koolstof er uit om suiker van te maken. Ook onze stam en de takken zijn er van gemaakt. De suiker bewaren we
vooral in onze wortels. De zuurstof blazen we weer uit. Dat is voor ons afval,
maar wel heel belangrijk voor alle leven op aarde. Om de koolstof uit de lucht te
halen hebben onze groene fabriekjes een paar dingen nodig: CO2, zonlicht en
water.
Dat water halen onze wortels uit de grond. Met onze blaadjes
zuigen we dat water omhoog. Een deel laten we verdampen en daardoor is het
rondom ons een beetje koeler. Dat is fijn voor de mensen als het in de zomer zo
heet is.
Met de rest van het water sturen we suiker naar beneden, naar de wortels.
Van de zuurstof gebruiken we zelf ook een beetje om te groeien. Zuurstof zit in de lucht en in water dat via onze wortels wordt opgenomen.
Daarom is het belangrijk dat de grond rondom onze stam lekker luchtig is, zodat
water en zuurstof bij onze wortels kunnen komen. Kleine beestjes en wormen zorgen voor kleine gaatjes waardoor water en lucht ook onder de grond kan komen.
Onze wortels halen ook andere stoffen uit de grond, die wij
nodig hebben om te groeien. Dat doen de wortels met hulp van paddenstoelen en
hun schimmeldraadjes. De schimmeldraadjes lossen stofjes uit de grond op, wat
voor de wortels te moeilijk is. Ze doen dat trouwens niet voor niets. Schimmels
krijgen daarvoor suiker uit de wortels.
Die schimmeldraden zijn ook belangrijk om
met andere bomen te praten. Zo kunnen wij ze waarschuwen als we ziek worden of
als rupsjes aan onze blaadjes knabbelen. Wij maken dan afweerstofjes, die tegen die
vijanden vechten en onze vrienden weten dat via de schimmels. Die gaan dan zelf
ook zulke stofjes maken. Dan zijn ze beter beschermd als de vijand ook naar hun
komt.
In de lucht zitten ook andere stoffen,
die mensen ziek maken. Die halen wij er uit met onze blaadjes. Wij bomen kunnen die stofjes onschadelijk maken, zodat mensen er minder last van hebben.
Veel mensen vinden het fijn om ons te zien staan, met onze
dikke stam en groene blaadjes. Dat maakt de mensen blij. En blije mensen worden
niet zo vaak ziek. Dat vindt iedereen wel fijn, dat wij dat doen.
Ach, wij blijven daar nogal koel onder. We staan hier gewoon, al honderd jaar. Elk jaar maken we nieuwe blaadjes. In de herfst halen we de groene fabriekjes
er uit en dan worden de blaadjes bruin. Die laten we dan vallen. Want in de winter is er te weinig zonlicht en is het vaak moeilijk om water omhoog te pompen. Het fijnste is
als de herfstbladeren mogen blijven liggen en vergaan. Dan komen de stoffen van die blaadjes via
onze wortels weer terug en maken wij er nieuwe blaadjes van.
In de herfst laten
we ook onze vruchten vallen, zodat daar nieuwe boompjes uit kunnen groeien. Die
vruchten noemen we kastanjes. Maar onze kastanjes kun je niet eten, hoor. Onze collega’s
de tamme kastanjes hebben wel eetbare vruchten. Eet smakelijk en geniet ervan.